Een virtuele bestuurder kan helpen om het vertrouwen in de zelfrijdende auto te verhogen. Tot die conclusie komt Frank Verberne, gedragswetenschapper aan de Technische Universiteit Eindhoven in een onderzoek waarop hij onlangs promoveerde.

Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van de zelfrijdende auto. De verwachtingen van deze nieuwe technologie zijn hooggespannen. De files zouden kleiner worden, het aantal ongelukken zou teruglopen, net als het brandstofverbruik. Maar uiteindelijk moeten mensen natuurlijk wel bereid zijn om in zo’n auto te stappen en bereid zijn de controle uit handen te geven. Uit een recente peiling van Multiscope bleek weer eens dat dat niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Van de panelleden zag 38 procent niets in de zelfrijdende auto, deels omdat ze het te gevaarlijk vinden.

Proeven in rijsimulator

Om te bereiken dat mensen deze nieuwe technologie accepteren, moeten ze er vertrouwen in hebben. Om een oplossing te vinden verdiepte Verberne zich in de reacties die mensen hebben op slimme systemen. “Mensen geven bijvoorbeeld hun auto een naam of worden boos op hun computer als deze niet doet wat ze willen. Ik heb daarom gekeken of manieren die vertrouwen opwekken bij mensen ook toepasbaar zijn voor het opwekken van vertrouwen in technologie”, legt Verberne uit.

In zijn onderzoek deed hij proeven met een virtueel persoon, een virtueel gezicht op een beeldscherm dat hij voorin in een rijsimulator plaatste. Deze personen hadden verschillende kenmerken in uiterlijk, hoofdbewegingen en denkpatronen. Verberne bekeek of de proefpersonen meer vertrouwen hadden in een virtuele bestuurder die op hen leek of juist niet.

Controle

Uit zijn onderzoek kwam naar voren dat een virtuele bestuurder die leek op de proefpersoon het meeste vertrouwen wekte. Mogelijk kan die wetenschap de ontwikkelaars van zelfrijdende auto’s helpen, denkt de onderzoeker. “Mensen geven dan niet de controle af aan ingewikkelde technologie die moeilijk te begrijpen is, maar aan een virtuele bestuurder die qua uiterlijk lijkt op een menselijke bestuurder.”