De gemeente Amsterdam wil in de periode tot en met 2012 een proef met maximaal 10.000 vrijwilligers uitvoeren waarin praktijkervaring wordt opgedaan met basis- en spitstarief.

Deze ervaringen kunnen van pas komen bij de invoering van de kilometerprijs, bericht het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De vrijwilligers die meedoen met de Proef Betaald Rijden in Amsterdam krijgen een kastje in hun auto waarin het aantal gereden kilometers wordt bijgehouden. In de drukke uren op werkdagen geldt tijdens deze proef rondom Amsterdam een spitstarief, boven op het basistarief.

De deelnemers krijgen vooruit een bedrag overgemaakt dat bij elke gemaakte rit afgewaardeerd wordt. Er zullen verschillende spitstarieven worden uitgeprobeerd, zodat het effect daarvan op de bereikbaarheid van de hoofdstad kan worden bekeken.

De landelijke invoering van de kilometerprijs gaat heel geleidelijk. In een aantal jaren zal het volledige wagenpark worden uitgerust met een kastje dat het aantal gereden kilometers registreert. Als alle auto’s voorzien zijn van een kastje en het basistarief geheel is ingevoerd, kan de minister in overleg met de Tweede Kamer en met bestuurders in de regio besluiten ook een spitstarief te introduceren op bepaalde zeer drukke plekken. Daarbij komt eerst de Noordvleugel in aanmerking.

Hoe hoger de opbrengsten van dat spitstarief, hoe lager het basistarief wordt. De overheid wordt dus niet rijker van het spitstarief. Alle inkomsten uit basis- en spitstarief komen terecht in het Infrastructuurfonds, waaruit wegen, OV-lijnen en andere infrastructuur worden betaald.