Staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer) laat onderzoek instellen naar de tarieven in het openbaar vervoer. Dit heeft zij maandag aan de Tweede Kamer laten weten.

Uit diverse onderzoeken zou zijn gebleken dat het reizen per bus, tram, metro of trein gemiddeld fors duurder is geworden door de ov-chipkaart. Volgens SP-Tweede Kamerlid Emile Roemer moet het daarom overal mogelijk blijven om met de strippenkaart te blijven betalen, ,,totdat de ov-chipkaart zijn belofte waarmaakt”. Hij vergeleek de rittenprijzen in zes steden, te weten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leiden, Arnhem en Nijmegen. De gemiddelde prijsstijging varieerde van 5 procent (Amsterdam) tot 22 procent (Arnhem).

De invoering van de ov-chipkaart gebeurt ,,opbrengstneutraal”. Per saldo zou de reiziger gemiddeld niet meer gaan betalen in vergelijking met de strippenkaart. Huizinga wil daarover geen onduidelijkheid laten bestaan. Daarom laat zij onafhankelijk onderzoek doen naar de ov-tarieven in de verschillende vervoersregio’s.

De ov-tarieven zijn een zaak van provincies en stadsregio’s op grond van de wet personenvervoer uit 2000. Consumentenorganisaties zoals Rover moeten wel worden geraadpleegd. Eind vorig jaar drong regeringspartij PvdA er, na eerdere klachten over een wildgroei aan tarieven door de ov-chipkaart, vergeefs bij Huizinga op aan dat ,,Den Haag” weer de tarieven vaststelt.

Het onderzoek doet niets af aan de toestemming die Huizinga heeft gegeven om in en om Rotterdam vanaf 11 februari helemaal over te schakelen op de ov-chipkaart. Er is daar volgens haar woordvoerster tariefonderzoek gedaan. Rotterdam geldt als proeftuin voor het elektronisch betalen in het openbaar vervoer. In de Rotterdamse metro is de kaart al bijna een jaar het enige geldige betaalmiddel.

(ANP)