Docentenkorps bepaalt kwaliteit van rijinstructeuropleiding
De grote opleidingsinstituten voor rijinstructeurs scoorden het afgelopen jaar uitstekend als het gaat om WRM-slagingspercentages. Zo haalden Jongepier Opleidingen 84 procent, Compact Opleidingen en de Verkeersacademie beiden 78 procent geslaagden, gemeten vanaf vorig jaar juni. Maar wat maakt iemand tot een goede opleider?
De kwaliteit wordt vooral bepaald door de kwaliteit van het docentenkorps, zegt Simon Jongepier van het gelijknamige opleidingsinstituut. “Inzet van en investeringen in docenten in combinatie met goed cursusmateriaal om de cursist een zo goed mogelijke basis te geven. Zo kunnen we hem goed voorbereiden op het examen.”
Het docentenkorps is zeer belangrijk voor de kwaliteit van de opleiding, beaamt Sjoerd Sarneel van Compact Opleidingen. “We bereiken dat hoge cijfer door onze mensen goed in te werken en strenge selectiecriteria te maken bij de aannamen van nieuwe docenten. Daarnaast blijft informatie delen belangrijk, ook met ontwikkelingen van de nieuwe WRM examens.”
Baan
Het blijkt dat geslaagde rijinstructeurs bij de twee opleidingsinstituten geen enkel probleem hebben met het vinden een baan. “Bij Compact Opleidingen heeft elke rijinstructeur gegarandeerd na slagen een baan. Daarvoor hebben we Compact Carrièremakers, een team dat heel actief plaatsingen realiseert door heel Nederland”, licht Sarneel toe.
Bij Jongepier Opleidingen heeft 95 procent van de geslaagde cursisten dankzij het uitstekende netwerk binnen korte tijd een baan als rijinstructeur.
IBKI
Uit de IBKI-cijfers blijkt dat de grotere opleidingsinstituten over de hele bandbreedte goed scoren. Bij de kleinere verkeersscholen geven de cijfers een wat meer wisselvallig beeld. “De grote spelers kunnen investeren in lesmateriaal, ontwikkelingen en docenten”, licht Jongepier toe. “Bij ons werken docenten die jarenlang rijles hebben gegeven en zo vanuit de praktijk de vertaalslag kunnen maken naar de theorie en het vakgebied.”
Ik denk dat het formaat van een opleidingsinstituut niet bepalend is voor de kwaliteit”, vindt Sarneel. “Je moet graag een rijinstructeur in de markt willen zetten die er klaar voor is. Want, hoe hoger de kwaliteit van de rijinstructeurs, hoe meer er mag worden betaald voor een rijles. Zo geven we onze cursisten altijd genoeg redenen mee om niet met de prijs te stunten, maar juist te richten op inhoud en kwaliteit. Dan ben je goud waard en verdien je vanzelf genoeg geld.”
Bart Pals
slagings percentages heeft te maken met de kwaliteit van de docenten en de betrokkenheid van het instituut bij de leerling.kijk eens naar CVNN centrum verkeersopledingen noord nederland, Jong bedrijf met docenten die hun sporen hebben verdient in de rijschool branche.
Dit opleidingsinstituut is n 2009 van start gegaan maar heeft nu al een enorm hoog slagings percentage.
Dus ik denk niet dat het uitmaakt of je bij een grote of wat kleiner opleider zit. Het is maar hoe de kwaliteit van de docenten is en hoe de betrokkenheid bij de kandidaat is
Jammer dat dit artikel niet geheel op feiten is gebaseerd.
Als we ervan uitgaan dat de bedrijven die beroepsmatig met de instructeursopleiding 100 examens of meer hebben per jaar (dit komt neer op 20 klanten per jaar) dan valt op dat bovenstaande grote opleidingen niet over meer kwaliteit beschikken dan hun collega opleidingen.
Er zijn 13 opleidinginstituten die meer dan 100 examens per jaar hebben.
Van deze 13 bedrijven staat Jongepier op plaats 4, Compact opleiding 8e en de Verkeersacademie 9e.
De top drie van Nederland bestaat uit
VRO
Verkeersschool Succes
Verkeersschool Osseforth
Mijns inziens zijn de drie grote opleidingen kwalitatief niet beter dan het landelijk gemiddelde. Ik vind het jammer dat julllie verslaggever een tenditieus artikel plaats, waarin de grote opleidingsinstituten als kwaliteitsbedrijven worden neergezet.
Bron cijfers: http://www.ibki.nl