Al voor je achttiende een auto mogen besturen en dat direct na je achttiende verjaardag ook zelfstandig kunnen doen, zijn de belangrijkste redenen voor jongeren om deel te nemen aan 2toDrive. Dat zeggen de jongeren die meedoen of dit overwegen aan de zesjarige proef voor begeleid rijden, die eind 2011 gestart is. Daarnaast denken ze door deel te nemen zelfverzekerder achter het stuur te zitten en veiliger te rijden.

Dit zijn enkele uitkomsten uit een eerste evaluatie die de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft uitgevoerd naar 2toDrive. In de periode tussen 1 november 2011 en 31 juli 2013 zijn inmiddels 36.914 jongeren geslaagd binnen dit traject.

Genoeg tijd

Jongeren die niet van plan zijn om mee te doen vinden dat ze na hun achttiende nog genoeg tijd hebben. Anderen geven aan dat ze geen behoefte om voor die tijd te beginnen met lessen. Een andere belangrijke reden om niet mee te doen is dat ze op dit moment geen geld hebben om eerder te beginnen met rijlessen.

Ervaringen in het buitenland laten zien dat begeleid rijden een goede manier is om de kans op ongelukken bij jonge bestuurders terug te brengen. De SWOV onderzoekt of dat in Nederland ook het geval is door onder meer te bekijken naar het verkeersgedrag van jonge bestuurders en in hoeverre ze betrokken zijn bij ongevallen. De definitieve resultaten worden pas in 2017 verwacht. Vooruitlopend daarop hebben de onderzoekers al een eerste evaluatie gedaan. Hiervoor zijn 1.474 jongeren tussen de 16 en 17,5 jaar geïnterviewd via een online vragenlijst, zowel deelnemers als niet-deelnemers. Dat is gebeurd ongeveer een jaar na de start van 2toDrive.

Ruim vijftig procent niet bekend met 2toDrive

Het project bij nog niet de helft van de ondervraagde jongeren bekend. Jongens blijken beter op de hoogte dan meisjes. Voor degenen die 2toDrive wel kennen, vormen hun ouders de voornaamste informatiebron. Daarentegen spelen de ouders geen belangrijke rol in de afweging om eventueel deel te nemen, vertelden de meeste deelnemers.

Ook het feit of vrienden wel of niet meedoen is voor de jongeren niet bepalend, zo zeggen ze zelf. De onderzoekers vermoeden dat de invloed van vriendengroepen groter is dan jongeren zich zelf misschien realiseren. Daarom vinden ze het belangrijk om en de voorlichting jongeren wel als groep te blijven benaderen.

Meer jongens dan meisjes

De meeste deelnemers aan 2toDrive zijn man. Voor de SWOV is dat een factor om in het vervolgonderzoek rekening mee te houden. Jonge mannelijke automobilisten veroorzaken immers meer ongelukken dan vrouwen. Dat zou de resultaten kunnen vertekenen als gekeken wordt naar het effect van 2toDrive. Daarom gaan de onderzoekers apart kijken naar het effect bij jonge mannen en bij jonge vrouwen.

Schoolopleiding blijkt ook een beperkte rol te spelen. Deelnemers volgen doorgaans een hoger opleiding dan niet-deelnemers. Het verschil is echter te klein om mee te nemen in het verdere onderzoek.

Vroege en late beginners

In het vervolgonderzoek gaat de SWOV verder goed kijken naar de verschillen tussen ‘vroege’ en ‘late’ beginners, die zich nu al voordoen. Vroege beginners zijn zowel de deelnemers aan 2toDrive als jongeren die van plan zijn om direct na hun achttiende verjaardag te beginnen met rijlessen. Late beginners hoeven niet zo nodig snel na hun achttiende te starten.

De vroege beginners blijken meer belangstelling te hebben voor spannende en risicovolle activiteiten dan de late beginners. Als het gaat om auto’s hechten ze meer belang aan snelheid en vermogen dan late beginners. Die bevinding willen de onderzoekers in het vervolgonderzoek nader bekijken om erachter te komen of vroege beginners potentieel gevaarlijker rijgedrag vertonen dan late beginners.