‘Ze zien ons waarschijnlijk als collega, niet als concurrent’

Te klagen over het aantal personen dat wekelijks bij hem in de schoolbanken zit, heeft hij naar eigen zeggen niet. Wilbert van Beersum, eigenaar van de Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding (VRO) heeft wel een idee hoe het komt dat zijn klassen zo goed gevuld zijn. “Ik heb enkel een instructeursopleiding, geen rijschool. Onze bijscholing bijvoorbeeld zit altijd vol, waarschijnlijk omdat de instructeurs me niet als concurrent, maar echt als collega zien.”

Van Maastricht tot aan Noordwijk heeft hij instructeurs opgeleid en bijgeschoold, zo stelt de ondernemer. “Bel een willekeurige rijschool op en vraag waar je je goed op kunt laten leiden. Dan ben ik niet bang voor de uitslag”, vertelt hij lachend.

Rijinstructeur

Eerder was hij commandant van de militaire rijschool, inmiddels heeft hij al twintig jaar zijn eigen instructeursopeiding. Zijn vrouw Liesbeth doet de pr en verzorgt het financiële gedeelte, terwijl hijzelf het liefste als docent voor de klas staat. “Ik leer zelf nog steeds. Bij zo’n klas voor de WRM-bijscholing bijvoorbeeld heb je soms 300 jaar aan ervaring bij elkaar zitten. Het zou te gek zijn als je zegt dat je daar niks meer van opsteekt”, aldus Van Beersum. “Ik kwijl zelfs helemaal weg bij zo’n gezelschap. Ik vind het geweldig.”

Aan de hand van kernkwaliteiten worden instructeurs in wording door de opleider klaargestoomd voor het vak. “We leiden competentiegericht op en maken de aankomend instructeurs daarbij verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling en leerproces. Zo dwingen we ze bijvoorbeeld om een logboek bij te houden met vorderingen en zowel positieve als negatieve punten te benoemen. In het begin vinden ze dat vreemd, maar later komen ze vragen of we nog nieuwe formulieren voor ze hebben. Ze zijn op die manier immers eigenaar van hun eigen proces. Want dat is het idee: wij ondersteunen, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de leerling.”

Ondersteuning

De opleider zegt een kwalitatieve norm te hanteren die afwijkt van de eisen van het IBKI. “Wij leiden meer op voor rijinstructeur dan voor het kunnen behalen van de examens. Omgaan met mensen bijvoorbeeld, is zo’n onderwerp dat niet geëxamineerd wordt, maar we behandelen het wel.” Ook houdt hij er naar eigen zeggen een eigen lesmethode op na. “Zo wordt het zelf verzorgen van rijlessen nog vóór het theoretische examen onderwijskunde gegeven. Op die manier snappen de instructeurs in opleiding al waarom ze bepaalde dingen moeten doen.”

Volgens Van Beersum draait alles om de motivatie van personeel en leerlingen. “We schommelen als opleider qua slagingspercentage steeds tussen de eerste, tweede en derde plaats in Nederland.” Hoe sterker bedreven, hoe beter het resultaat, zo is de gedachte. “Maar iemand kan via het UWV de mogelijkheid krijgen om bij de gemeente te gaan schoffelen, en dat niet willen omdat hij dan ook in de winter moet werken. Vervolgens kan diegene een baan als taxichauffeur aangeboden krijgen, maar bedanken omdat hij in de weekenden vrij wil hebben. En dan kan hij ‘oké’ zeggen tegen omscholing tot rijinstructeur, omdat dat het enige is dat overblijft. De motivatie dan dan gewoon stukken minder. En ook met die mensen hebben we te maken gehad, terwijl het ten koste kan gaat van de kwaliteit van de branche.”

Inspelen

Volgens de opleider is het tegenwoordig veel leuker om rijles te geven. “Vroeger moest je als instructeur zijnde voornamelijk technische handelingen aan je leerlingen leren, nu gaat het om het inspelen op wat er zich in dat hoofd afspeelt.” En op die ontwikkelingen speelt Van Beersum op zijn beurt weer in. “We hebben bijvoorbeeld een vrouwelijke docent met autisme in dienst die tevens rijinstructeur is. Zij geeft de bijscholing Autisme en gebruikt haar eigen ervaringen en voorbeelden uit de praktijk. Op die manier komt informatie veel helderder aan.”

Ook op die momenten maakt Van Beersum gebruik van evaluatieformulieren. “Niet alleen voor diegenen die in de klas zitten, maar ook voor de docenten. Want met het competentiegericht werken moet je ook ruimte maken om je eigen competenties aan te scherpen. Voor zover ik weet ben ik de enige opleider die aan de hand van kernkwaliteiten werkt. Maar ik geloof er gewoon in.”

LBVI

Sinds kort is de opleider vice-voorzitter van de LBVI. “Een belangrijke taak, omdat we constant in overleg zijn over hoe de kwaliteit binnen de branche kan worden vergroot.” Daarnaast vindt hij het een mogelijkheid om met anderen van gedachten te wisselen over onder meer bedrijfsvoering en aanpak. “We zijn als VRO niet te beroerd om onze eigen strategie uit te dragen. In de beginjaren was dat eng, maar uiteindelijk kom je erachter dat het succes van je formule ook zit in de persoon die je voor de klas hebt staan.” Hij is inmiddels zelfs zover dat er op YouTube een uur durend filmpje over zijn rijopleiding te vinden is.

“Al sinds de oprichting van de LBVI zijn we lid, want samen sta je sterk, is ons idee.” Daarnaast stelt hij er goede contacten met het ministerie van Infrastructuur en Milieu, IBKI en CBR op na te houden. “Wij worden als volwaardig gesprekspartner gezien en dragen dus bij aan de kwaliteit van de rijschoolbranche.” Hij voegt eraan toe: “En omdat er onder de 13 leden van de LBVI landelijke dekking is, zitten we absoluut niet in elkaars vaarwater.”

Trainen

Komende maand gaat de training ‘Train de Opleider’ van start, een initiatief van VRO en Smit Rijschoolservice. De cursus leert theoriedocenten voor de rijbewijscategorieën B, A en AM en de code 95-nascholing om kandidaten meer bij de lessen te betrekken en daarmee de leskwaliteit te verbeteren. Onder meer het effectief overbrengen van de lesstof, gespreks- en presentatietechnieken en het geven van aantrekkelijk onderwijs komen gedurende het e-learningtraject en de twee dagen klassikale training aan bod.

“Op dit moment is code 95 bijvoorbeeld een hype. En iedereen denkt die nascholing te kunnen geven. Er is geweldig materiaal beschikbaar, maar dat wil nog niet zeggen dat er goede opleidingen mee worden gegeven. Leerlingen moeten geënthousiasmeerd worden.”

Leraar

Van Beersum: “Sinds 2005 worden instructeurs niet meer getraind in het kunnen geven van theorieles aan leerlingen. Dat is jammer. Want ik vind dat je als instructeur op de weg beter wordt op het moment dat je voor de klas een goede leraar bent. Je moet je leerlingen actief kunnen houden en voor interactie zorgen.”

In april is er al een pilot van de opleiding gedraaid. “En met succes. We hebben twaalf instructeurs tot theoriedocent opgeleid, acht daarvan zijn in één keer door ons gecertificeerd”, aldus Ven Beersum.

Roosmarijn Dierick

Auteur: Roosmarijn Dierick

2 reacties op “‘Ze zien ons waarschijnlijk als collega, niet als concurrent’”

Harry Hayim|27.12.13|12:15

Goedemiddag we zijn met 2 man die lesgeven in Zaandam en ik meer van uit edam/Volendam en me zoon moet in april op zijn geweest en ik in mei alles in 2014
we willen gaar weten of er plek is en waar kosten enz. enz. dus vol dige
informatie over de opleiding hebben

Alvast bedankt voor de moeite

Mvr Harry
[email protected]

Harry Hayim|27.12.13|12:31

Wil ook jullie nieuw brief gaan ontvangen

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

‘Ze zien ons waarschijnlijk als collega, niet als concurrent’ | RijschoolPro

‘Ze zien ons waarschijnlijk als collega, niet als concurrent’

Te klagen over het aantal personen dat wekelijks bij hem in de schoolbanken zit, heeft hij naar eigen zeggen niet. Wilbert van Beersum, eigenaar van de Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding (VRO) heeft wel een idee hoe het komt dat zijn klassen zo goed gevuld zijn. “Ik heb enkel een instructeursopleiding, geen rijschool. Onze bijscholing bijvoorbeeld zit altijd vol, waarschijnlijk omdat de instructeurs me niet als concurrent, maar echt als collega zien.”

Van Maastricht tot aan Noordwijk heeft hij instructeurs opgeleid en bijgeschoold, zo stelt de ondernemer. “Bel een willekeurige rijschool op en vraag waar je je goed op kunt laten leiden. Dan ben ik niet bang voor de uitslag”, vertelt hij lachend.

Rijinstructeur

Eerder was hij commandant van de militaire rijschool, inmiddels heeft hij al twintig jaar zijn eigen instructeursopeiding. Zijn vrouw Liesbeth doet de pr en verzorgt het financiële gedeelte, terwijl hijzelf het liefste als docent voor de klas staat. “Ik leer zelf nog steeds. Bij zo’n klas voor de WRM-bijscholing bijvoorbeeld heb je soms 300 jaar aan ervaring bij elkaar zitten. Het zou te gek zijn als je zegt dat je daar niks meer van opsteekt”, aldus Van Beersum. “Ik kwijl zelfs helemaal weg bij zo’n gezelschap. Ik vind het geweldig.”

Aan de hand van kernkwaliteiten worden instructeurs in wording door de opleider klaargestoomd voor het vak. “We leiden competentiegericht op en maken de aankomend instructeurs daarbij verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling en leerproces. Zo dwingen we ze bijvoorbeeld om een logboek bij te houden met vorderingen en zowel positieve als negatieve punten te benoemen. In het begin vinden ze dat vreemd, maar later komen ze vragen of we nog nieuwe formulieren voor ze hebben. Ze zijn op die manier immers eigenaar van hun eigen proces. Want dat is het idee: wij ondersteunen, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de leerling.”

Ondersteuning

De opleider zegt een kwalitatieve norm te hanteren die afwijkt van de eisen van het IBKI. “Wij leiden meer op voor rijinstructeur dan voor het kunnen behalen van de examens. Omgaan met mensen bijvoorbeeld, is zo’n onderwerp dat niet geëxamineerd wordt, maar we behandelen het wel.” Ook houdt hij er naar eigen zeggen een eigen lesmethode op na. “Zo wordt het zelf verzorgen van rijlessen nog vóór het theoretische examen onderwijskunde gegeven. Op die manier snappen de instructeurs in opleiding al waarom ze bepaalde dingen moeten doen.”

Volgens Van Beersum draait alles om de motivatie van personeel en leerlingen. “We schommelen als opleider qua slagingspercentage steeds tussen de eerste, tweede en derde plaats in Nederland.” Hoe sterker bedreven, hoe beter het resultaat, zo is de gedachte. “Maar iemand kan via het UWV de mogelijkheid krijgen om bij de gemeente te gaan schoffelen, en dat niet willen omdat hij dan ook in de winter moet werken. Vervolgens kan diegene een baan als taxichauffeur aangeboden krijgen, maar bedanken omdat hij in de weekenden vrij wil hebben. En dan kan hij ‘oké’ zeggen tegen omscholing tot rijinstructeur, omdat dat het enige is dat overblijft. De motivatie dan dan gewoon stukken minder. En ook met die mensen hebben we te maken gehad, terwijl het ten koste kan gaat van de kwaliteit van de branche.”

Inspelen

Volgens de opleider is het tegenwoordig veel leuker om rijles te geven. “Vroeger moest je als instructeur zijnde voornamelijk technische handelingen aan je leerlingen leren, nu gaat het om het inspelen op wat er zich in dat hoofd afspeelt.” En op die ontwikkelingen speelt Van Beersum op zijn beurt weer in. “We hebben bijvoorbeeld een vrouwelijke docent met autisme in dienst die tevens rijinstructeur is. Zij geeft de bijscholing Autisme en gebruikt haar eigen ervaringen en voorbeelden uit de praktijk. Op die manier komt informatie veel helderder aan.”

Ook op die momenten maakt Van Beersum gebruik van evaluatieformulieren. “Niet alleen voor diegenen die in de klas zitten, maar ook voor de docenten. Want met het competentiegericht werken moet je ook ruimte maken om je eigen competenties aan te scherpen. Voor zover ik weet ben ik de enige opleider die aan de hand van kernkwaliteiten werkt. Maar ik geloof er gewoon in.”

LBVI

Sinds kort is de opleider vice-voorzitter van de LBVI. “Een belangrijke taak, omdat we constant in overleg zijn over hoe de kwaliteit binnen de branche kan worden vergroot.” Daarnaast vindt hij het een mogelijkheid om met anderen van gedachten te wisselen over onder meer bedrijfsvoering en aanpak. “We zijn als VRO niet te beroerd om onze eigen strategie uit te dragen. In de beginjaren was dat eng, maar uiteindelijk kom je erachter dat het succes van je formule ook zit in de persoon die je voor de klas hebt staan.” Hij is inmiddels zelfs zover dat er op YouTube een uur durend filmpje over zijn rijopleiding te vinden is.

“Al sinds de oprichting van de LBVI zijn we lid, want samen sta je sterk, is ons idee.” Daarnaast stelt hij er goede contacten met het ministerie van Infrastructuur en Milieu, IBKI en CBR op na te houden. “Wij worden als volwaardig gesprekspartner gezien en dragen dus bij aan de kwaliteit van de rijschoolbranche.” Hij voegt eraan toe: “En omdat er onder de 13 leden van de LBVI landelijke dekking is, zitten we absoluut niet in elkaars vaarwater.”

Trainen

Komende maand gaat de training ‘Train de Opleider’ van start, een initiatief van VRO en Smit Rijschoolservice. De cursus leert theoriedocenten voor de rijbewijscategorieën B, A en AM en de code 95-nascholing om kandidaten meer bij de lessen te betrekken en daarmee de leskwaliteit te verbeteren. Onder meer het effectief overbrengen van de lesstof, gespreks- en presentatietechnieken en het geven van aantrekkelijk onderwijs komen gedurende het e-learningtraject en de twee dagen klassikale training aan bod.

“Op dit moment is code 95 bijvoorbeeld een hype. En iedereen denkt die nascholing te kunnen geven. Er is geweldig materiaal beschikbaar, maar dat wil nog niet zeggen dat er goede opleidingen mee worden gegeven. Leerlingen moeten geënthousiasmeerd worden.”

Leraar

Van Beersum: “Sinds 2005 worden instructeurs niet meer getraind in het kunnen geven van theorieles aan leerlingen. Dat is jammer. Want ik vind dat je als instructeur op de weg beter wordt op het moment dat je voor de klas een goede leraar bent. Je moet je leerlingen actief kunnen houden en voor interactie zorgen.”

In april is er al een pilot van de opleiding gedraaid. “En met succes. We hebben twaalf instructeurs tot theoriedocent opgeleid, acht daarvan zijn in één keer door ons gecertificeerd”, aldus Ven Beersum.

Roosmarijn Dierick

Auteur: Roosmarijn Dierick

2 reacties op “‘Ze zien ons waarschijnlijk als collega, niet als concurrent’”

Harry Hayim|27.12.13|12:15

Goedemiddag we zijn met 2 man die lesgeven in Zaandam en ik meer van uit edam/Volendam en me zoon moet in april op zijn geweest en ik in mei alles in 2014
we willen gaar weten of er plek is en waar kosten enz. enz. dus vol dige
informatie over de opleiding hebben

Alvast bedankt voor de moeite

Mvr Harry
[email protected]

Harry Hayim|27.12.13|12:31

Wil ook jullie nieuw brief gaan ontvangen

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.