Het slagingspercentage van het theorie-examen B voor het autorijbewijs in België is het afgelopen jaar met bijna zeven procent gestegen naar 52,4 procent. Dat blijkt uit cijfers van GOCA, de Belgische groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs. De organisatie schrijft de forse verbetering grotendeels toe aan de verplichte theorielessen die zijn ingevoerd voor deelnemers die twee keer zijn gezakt.

Sinds februari 2014 is in België de regelgeving voor het behalen van het theoriecertificaat aangescherpt. De belangrijkste wijziging is dat examinanten die twee keer zakken voor hun theorie-examen verplicht twaalf uur theorieles moeten volgen voordat ze de toets opnieuw mogen maken. “Dat heeft iedereen waarschijnlijk een beetje afgeschrikt”, aldus GOCA-woordvoerster Marie de Bakker.

Gemakzucht

Volgens de Belgische organisatie werd er steeds gemakkelijker gedacht over het theorie-examen. “Vooral onder jongeren heerste het idee dat je onvoorbereid wel kon slagen”, zo licht De Bakker toe. “En anders had je toch bij wijze van spreken honderd pogingen. Met de nieuwe regels staat er meer druk op en lijkt iedereen een stuk beter voorbereid aan het examen te beginnen.”

Dat de nieuwe regel inderdaad effectief is, concludeert GOCA in het jaarverslag van 2014. Terwijl in 2011, 2012 en 2013 het slagingspercentage rond de 46 procent bleef hangen, behaalde in het eerste jaar waarin de strengere regels werden gehanteerd meer dan de helft van de 273.000 examinanten het certificaat.

Theorielessen

De Nederlandse rijschoolbranche en diverse deskundigen zijn sterk voorstander van de invoering van verplichte theorielessen, maar dit onderwerp staat momenteel niet op de agenda van de Tweede Kamer. Wat er wel wordt gedaan aan de verbetering van het examen is de verplaatsing van de afname naar individuele computers in plaats van gezamenlijke schermen. Dat in combinatie met de uitbreiding van de vragenbank dwingt zogenaamde casinoleerlingen die veel gokken om theorielessen serieus te nemen.

In ons land steeg het slagingspercentage in het eerste kwartaal weer na de fikse daling van drie procent in 2014 ten opzichte van een jaar eerder. Deze dip werd door het CBR onder andere toegeschreven aan de veranderingen die ook fraude bestrijden. Volgens de GOCA-woordvoerster is er geen reden om te denken dat fraude in België van grote invloed is op het aantal geslaagden. “Het wordt geprobeerd, maar wij hebben bepaalde tactieken om dit te voorkomen en doordat ons personeel er speciaal voor is opgeleid, zijn de gevolgen marginaal.”

Gevaarherkenning

In het jaarverslag werden verder de eerste positieve resultaten gegeven van de proef met de zogenaamde GOCA-Risk Perception Test. De test is vergelijkbaar met het in 2009 aan het Nederlandse theorie-examen B toegevoegde onderdeel ‘gevaarherkenning’, waarbij examinanten met bewegende beelden een verkeerssituatie meebeleven en binnen een tijdsmarge moeten kiezen voor een handeling.

Er werd bij de eerste zevenduizend proeven een ‘aanzienlijk verschil’ geconstateerd tussen ervaren en onervaren bestuurders. “Ervaren bestuurders scoren veel beter”, verklaart de woordvoerster. “Door de daadwerkelijke invoeging van de test in het theorie-examen kan dit leerproces worden vervroegd en zo een positief effect hebben op de verkeersveiligheid.” Eind 2015 eindigt de proef en wordt de invoering van de Risk Perception Test besproken.

Lars Verpalen

Lees ook: Slagingspercentage theorie-examen B in 2014 flink gedaald