CBR naar hoogste rechtsorgaan om teruggeven rijbewijzen

Het CBR gaat in cassatie tegen de uitspraak van het Hof Den Haag waarin het bureau twee rijbewijzen moest teruggeven aan bestuurders waarvan het ongeldig was verklaard. Het betrof een zaak waarbij twee mannen niet deelnamen aan het alcoholslotprogramma. De rechter oordeelde dat zij onevenredig werden gestraft met het ongeldig verklaren van de rijbewijzen.

Daar is het CBR het niet mee eens. “In deze ASP-zaak heeft de civiele rechter besloten dat CBR aan twee mensen van wie het rijbewijs ongeldig was verklaard het rijbewijs moet teruggeven. Hiermee heeft de civiele rechter de rechtmatigheid van een in het bestuursrecht genomen besluit terzijde geschoven”, stelt het CBR. “Dit is ongebruikelijk in de rechtspraak. De twee betrokken bestuurders beschikken weer over hun rijbewijs. Het instellen van de cassatie verandert dat niet.”

Het alcoholslotprogramma moet door de overtreder zelf worden betaald voor de duur van twee jaar. De kosten hiervan bedragen ongeveer 4500 euro. Wanneer de overtreder dit niet wil, wordt zijn rijbewijs voor die periode ingenomen.

Cassatie

In cassatie gaan is een term in de rechtspraak. Hierbij oordeelt een hogere rechter over het toepassen van de wet door een lagere rechter. De feiten worden dus niet opnieuw behandeld.

Uit de uitspraak blijkt dat de rechter het innemen van het rijbewijs in beide gevallen onrechtmatig vindt. Alcoholslotprogramma’s worden momenteel niet meer opgelegd door het CBR. De Raad van State concludeerde dat die in een substantieel aantal gevallen onevenredig kan uitwerken.