Wat moet de rijschoolsector met vier brancheorganisaties?

Dat er drie brancheverenigingen bestaan binnen de rijschoolbranche, is al opmerkelijk. Nu er ook nog een nieuwe belangengroep is opgestaan, rijst de vraag: wordt de branche hier beter van? Wie vertegenwoordigen ze en wat is hun toegevoegde waarde? Op de Nationale Rijschooldag, aanstaande dinsdag in Autotron Rosmalen, gaan de twee brancheverenigingen VRB en FAM en de nieuwe stichting LBKR hierover in gesprek. 

Voor een leek is het bijna niet uit te leggen: maar liefst vier verschillende partijen die ondernemers in de rijschoolbranche vertegenwoordigen. In aanloop naar de aanpassing van de WRM heeft ook de politiek aan de branche gevraagd zoveel mogelijk één geluid te laten horen. Het is niet voor niets dat de brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag een gezamenlijk document hebben opgesteld ter advies aan de Tweede Kamer.

Nieuwe spelers

De drie brancheverenigingen werken op veel fronten samen. De stichting LBKR behoort niet tot ‘officiële’ overleggen. Het landelijke branchevoorzittersoverleg bijvoorbeeld, is een overleg tussen vier partijen: Bovag Rijscholen, FAM, VRB en CBR. Voor deelname aan dit overleg door nieuwe partijen, zijn zo’n tien jaar geleden voorwaarden gesteld, vertelt CBR woordvoerster Irene Heldens. “Dit zijn voorwaarden ten aanzien van duurzaamheid (minimaal drie jaar aantoonbare belangenbehartiging), landelijke spreiding en aantoonbare invloed van de achterban. Mocht een nieuwe partij zich melden voor dit vierpartijenoverleg, dan kijken we naar de actualiteit van de voorwaarden en bespreken we dit met elkaar.”

Komende dinsdag, op de Nationale Rijschooldag, geven FAM, VRB en LBKR uitleg over wat zij doen en in hoeverre zij samenwerken. Bovag sluit niet aan bij dit overleg omdat de organisatie naar eigen zeggen haar eigen kanalen heeft om met haar leden in gesprek te gaan.

In aanloop naar de workshop op de Nationale Rijschooldag vroeg RijschoolPro die vier organisaties om in honderd woorden samen te vatten waarom een rijschoolhouder lid zou moeten worden van de organisatie.

‘Op hoog niveau geluisterd’

De Vereniging Rijschool Belang (VRB) is de grootste partij van de vier. Inmiddels heeft deze club 616 leden. Leden betalen 80 euro per jaar, volgend jaar wordt de contributie verhoogd naar 90 euro. Wat krijgt een rijschoolhouder hiervoor terug?

Het artikel gaat verder onder de foto.

“Lid zijn van de VRB betekent dat een rijinstructeur/-trice zich kan laten vertegenwoordigen door een organisatie die het in de loop der jaren voor elkaar heeft gekregen dat er op hoog niveau naar haar wordt geluisterd en met haar wordt overlegd”, laat de VRB weten. “Dat betekent dat de VRB een vaste gesprekspartner is bij het CBR-IBKI maar ook bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarbij ook Minister Cora van Nieuwenhuizen en/of haar hoogste ambtenaren meepraten. Zo’n positie veroveren is niet erg eenvoudig, maar door beschaafd, geduldig en met kennis van zaken naar een bepaald doel toe te werken heeft de VRB inmiddels bij velen respect afgedwongen. Daarnaast hebben we financiële voordelen voor onder andere een op maat gesneden lesautoverzekering, lesmateriaal en dubbele bediening.”

‘Leden versterken elkaar’

De Federatie Autorijschool Management (FAM) bestaat inmiddels 41 jaar. De organisatie omvat 32 leden, maar richt zich dan ook uitsluitend op de grootste verkeersscholen in Nederland. Samen vertegenwoordigen zij jaarlijks 20.000 praktijkexamens. “Zou je dit delen door 40 (dit aantal heeft een eenpitter nodig om een goede boterham te verdienen), kom je uit op 500 eenpitters”, aldus voorzitter Ruud Rutten. De contributie bedraagt 1.800 euro.

Over de toegevoegde waarde vertelt de voorzitter: “De FAM is de brancheorganisatie voor grotere opleiders in Nederland. De FAM is op elk overleg aanwezig voor elke categorie opleidingen. Of het nu het contact met andere brancheorganisaties betreft of het CBR, CCV, ministerie, enzovoorts: de FAM vertegenwoordigt haar leden. Leden versterken elkaar. We kijken bij elkaar in de keuken, volgen samen cursussen voor bijvoorbeeld opvolging en baliemedewerker. Maar ook code 95-cursussen worden door FAM-leden geschreven. Wij vergaderen nog steeds vijf keer per jaar gezamenlijk en houden ieder jaar ons driedaags symposium.”

‘IJzersterk keurmerk en garantie’

Bovag Rijscholen heeft 451 leden. Het basislidmaatschap kost 434 euro per jaar voor rijscholen met 1 tot en met 50 examens per jaar. Daarna zijn er staffels voor 100, 200, 300, 600, 1.000 en 1.200 examens op jaarbasis.

Woordvoerder Tom Huyskens over het belang van lidmaatschap: “BOVAG heeft het ijzersterke (keur)merk en de garantie, met een naamsbekendheid in Nederland van ruim 90 procent. Ondernemers kunnen zich onderscheiden in de markt met dit herkenbare merk dat al bijna 90 jaar bestaat en zij bieden hun klanten daarmee tevens de zekerheid van het BOVAG Garantiefonds. BOVAG ontwikkelt voor en namens de leden consumentencampagnes die het belang van het lidmaatschap benadrukken.

Daarnaast biedt BOVAG eenduidige algemene voorwaarden en is er een onafhankelijke geschillencommissie. Bij ondernemersvragen staan de experts klaar met advies op onder meer juridisch, fiscaal en arbeidsrechtelijk gebied. Richting de overheid, uitvoeringsinstanties en belangenorganisaties beschikt BOVAG over daadkrachtige mankracht voor een stevige belangenbehartiging van de leden.”

‘Uitgesproken tégen praktijkbegeleiding’

Een jaar geleden zag Landelijke Beroepsgroep Kwaliteitsbevordering Rijschoolbranche (LBKR) het levenslicht. Kort gezegd bestaat deze groep uit rijschoolhouders die zich verzetten tegen de vijfjaarlijkse praktijkbegeleiding. De drie gevestigde brancheverenigingen zouden er volgens de LBKR te weinig aan doen om dit examen voor rijinstructeurs af te schaffen. De LBKR is inmiddels een stichting en telt 100 betalende ‘leden’. Hun bijdrage is minstens 20 euro. De LBKR zegt het aantal examens per aangesloten rijschool niet bij te houden.

De LBKR in honderd woorden volgens voorzitter Jos Post: “De belangrijkste reden om lid te worden van LBKR is dat we uitgesproken tégen de huidige vorm van de praktijkbegeleiding zijn. We worden overstelpt met theoretische bijscholing (kennis), echter praktische bijscholing (kunde) ontbreekt. Vreemd bij een vak wat vooral ‘doen’ is. Wij zien goede mogelijkheden om dit te veranderen.

De voorzitters van FAM, VRB en LBKR gaan tijdens een workshop op de Nationale Rijschooldag gesprek graag aan: Zijn deze partijen belangrijk voor de rijschoolbranche? Waarom zijn het er vier en waar staan zij voor? In hoeverre werken zij samen? Of geeft het juist een signaal van verdeeldheid af? Wat is het verwachtingspatroon binnen de beroepsgroep? Aanmelden voor de workshop kan via de website van het evenement.