SWOV onderzoekt of er een nieuw meetinstrument ontwikkeld kan worden waarmee provincies proactief hun verkeersveiligheidsbeleid kunnen voeren. Dit doen zij in opdracht van het IPO (Interprovinciaal Overleg). Anders dan gebruikelijk zal dit systeem niet afhankelijk zijn van ongevallencijfers, maar van Safety Performance Indicators.

Provincies kunnen volgens het IPO moeilijk inschatten welke investeringen op het gebied van verkeersveiligheid prioriteit hebben. Het ontbreekt hen aan betrouwbare methodes om een proactieve risico-inschatting te maken van verkeersonveilige situaties.

SWOV

Het ProMeV-instrument (Proactief meten verkeersveiligheid) moet volgens SWOV voor verandering gaan zorgen. Dit systeem zou zich voornamelijk gaan richten op Safety Performance Indicators, die kunnen inschatten waar zich onveilige verkeerspunten bevinden.

De indicatoren kunnen bestaan uit weg- en omgevingskenmerken en locatiegebonden gedragingen. Ook in Zweden wordt er gebruik gemaakt van een monitor-instrument op basis van veiligheidsindicatoren.

Verkenning

Voordat er een nieuw meetinstrument komt, doet het SWOV eerst onderzoek. “In de eerste fase tot en met juni ligt de nadruk op verkenning van lopende initiatieven en projecten”, vertelt Roos Smeilink van het IPO.

Smeilink: “Als het doel niet wordt gerealiseerd door een bestaande methode of een samensmelting van bestaande methoden, wordt er een nieuwe tool ontwikkeld. Met dit onderzoek willen we in ieder geval voorkomen dat iedere wegbeheerder met dezelfde behoefte en vraag het wiel keer op keer opnieuw uitvindt.”

Karlien Korebrits