Versoepeling verlenging rijbewijs bij chronische nierschade

Automobilisten met een nierfunctie van 30 tot 60 procent (stadium III) hoeven zich vanaf nu niet meer door een medisch specialist te laten keuren bij het verlengen van hun rijbewijs. Ook de geldigheidsduur van de documenten wordt opgerekt. Minister Schultz van Haegen voerde de veranderingen door op grond van een advies van de Nederlandse vereniging van specialisten op het gebied van nierziekten. 

Door de verandering in de wet heeft die groep chronische nierpatiënten geen specialistisch rapport meer nodig. Een aantekening van de keurend arts volstaat om het autorijbewijs met een periode van 10 jaar te verlengen. De aanpassingen zijn per direct van kracht.

Geldigheidsduur

Daarnaast is de geldigheidsduur voor het groot rijbewijs van nierpatiënten in fase III verhoogd naar 5 jaar. Ook voor de verlenging van dat document is een tussenstop bij de internist vanaf nu niet meer nodig.

Nierpatiënten in fase IVa (ernstige nierschade) hoeven in het geval van het auto- of motorrijbewijs ook nog slechts een aantekening van de keurend arts te hebben. Bij verlenging van het groot rijbewijs moet nog wel beoordeling door een medisch specialist plaatsvinden. Personen met de mest ernstige vormen van nierschade, fase IVb en nierfalen, hebben nog steeds in alle gevallen een rapport van de internist nodig.

Eisen

Minister Schultz van Haegen zegt de aanpassingen door te voeren om de burger niet onnodig te belasten. Daarnaast stelt ze geen strengere eisen te willen stellen dan noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid. “Het vereenvoudigen van de regels betekent voor mensen met chronische nierschade dat het verlengen minder vaak hoeft, minder ingewikkeld is en minder gaat kosten”, aldus de minister van Infrastructuur en Milieu.

Bij chronische nierschade (CNS) fase III is de nierfunctie ‘matig verminderd’. De aandoening wordt vaak pas geconstateerd na algemeen onderzoek of controle op de nierfunctie bij suikerziekte, hart- en vaatziekten of een te hoge bloeddruk. In het geval van fase IVa treden vaak vermoeidheidsklachten op als gevolg van bloedarmoede. Daarnaast is het voor die groep patiënten lastig om de bloeddruk onder controle te houden.