Is het verboden om je telefoon tijdens het rijden op het middengedeelte van het stuur te laten steunen? Dan heeft de bestuurder namelijk beide handen aan het stuur. Over die vraag boog de rechtbank in Leeuwarden zich vorige maand in een hoger beroep.

De man werd in juni 2018 betrapt op het vasthouden van zijn telefoon tijdens het rijden. Daarvoor kreeg hij een boete van 230 euro. Volgens de agent die hem aanhield, zou de chauffeur zijn telefoon in zijn rechterhand hebben gehad. Maar de beschuldigde is het daar niet mee eens. Hij zegt beide handen aan het stuur te hebben gehad. Zijn telefoon rust op het middengedeelte van het stuur, tussen zijn handen in.

De bestuurder zegt zich dus niet schuldig te hebben gemaakt aan het vasthouden van zijn smartphone zoals beschreven in artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en zijn boete zou dan ook onterecht zijn.

Wat is vasthouden?

Daarvoor heeft hij zelfs een foto laten zien voor de manier waarop hij zijn telefoon gebruikt. De kantonrechter wees de verdediging van deze man echter van de hand, die daarop in hoger beroep ging. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moest zich daarom buigen over de vraag wat er precies bedoeld wordt met ‘vasthouden’ in artikel 61a. Volgens het hof is de term in dit artikel breder bedoeld dan alleen in de hand houden. Ook het aan de pols bevestigen van een mobiele telefoon, het achter een hoofddoek plaatsen of het tussen oor en schouder klemmen vallen hier bijvoorbeeld hieronder.

De methode van de chauffeur in deze zaak komt evenmin onder de regeling uit, oordeelt het hof. Belangrijk is vooral dat de telefoon niet uit zichzelf zo blijft staan wanneer aan het stuur wordt gedraaid. Dit betekent dat de bestuurder tijdens het rijden fysiek bezig moet zijn met dit apparaat, wat er automatisch toe leidt dat hij minder goed in staat is om de noodzakelijke verkeershandelingen te verrichten.

Gevaar voor verkeersveiligheid

De rechtbank heeft bovendien meegenomen dat het gelijktijdige handmatige telefoneren en besturen van een motorvoertuig een gevaar vormt voor de verkeersveiligheid. Enerzijds omdat er de bestuurder slechts één hand tot zijn beschikking heeft om het voertuig te besturen, maar ook omdat de aandacht van de chauffeur wordt afgeleid. Die overwegingen hebben ervoor gezorgd dat het gerechtshof oordeelde dat de kantonrechter gelijk had. De man moet de boete betalen en hij krijgt geen vergoeding van de proceskosten.

Lees ook:

• Bestuurder vecht succesvol boete aan voor telefoon op schoot tijdens de rit
• Nederland hanteert hoogste boetebedrag voor telefoongebruik in het verkeer