Invoering van de kentekenplicht voor tractoren gaat bedrijven met landbouwtrekkers en aanhangwagens in totaal eenmalig 31,5 miljoen euro kosten. Het bedrag behelst de kosten voor het inschrijven en op naam zetten van de voertuigen bij de RDW, het kopen en monteren van de platen en de uren die in die handelingen geïnvesteerd moeten worden. Dat schrijft minister Schultz van Haegen aan de Tweede Kamer. Volgens de bewindsvrouw komen de kosten voor een gemiddeld bedrijf daarmee op 450 euro.

Minister Schultz gaat in de berekening uit van een gemiddelde van vier landbouwtrekkers (LBT’s) of motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS’en) en acht tot tien getrokken voertuigen per bedrijf. Met de op handen zijnde kentekenplicht, die naar verwachting in 2017 wordt ingevoerd, moeten 430.000 bestaande voertuigen en 150.000 aanhangwagens van kentekens worden voorzien.

Trekker

Eerder ging de minister nog uit van gemiddeld 600 euro aan kosten per bedrijf. De besparing zit in het versoepelen van verschillende regels. “Om de kosten te reduceren heb ik een aantal keuzen gemaakt: voor het bestaande voertuigenpark kan zowel de inschrijving als de tenaamstelling digitaal plaatsvinden en hoeven de bestaande voertuigen niet gekeurd te worden”, zo schrijft de minister in haar brief.

Op de oudere voertuigen, die geen kentekenplaatverlichting hebben, hoeft daarnaast niet alsnog verlichting aangebracht te worden. “Moderne kentekenplaten reflecteren voldoende”, aldus Schultz van Haegen. “Tenslotte hoeft er geen kentekenplaat aan de voorzijde van het voertuig te worden aangebracht, vergelijkbaar met landen als Frankrijk, Polen, Noorwegen en Groot-Brittannië.”

Kenteken

Alle landbouwtrekkers en MMBS’en moeten binnen enkele jaren worden voorzien van een kenteken, zo liet de minister eerder al weten. Uitgezonderd van de kentekenplicht zijn de voertuigen waarvoor bestuurders in de toekomst ook niet over een T-rijbewijs hoeven te beschikken. Het gaat om voertuigen smaller dan 130 centimeter en bestemd voor maaien, onkruid bestrijden, vegen en sneeuw ruimen.

Daarnaast hoeven ook voertuigen als asfalteermachines, die niet zelfstandig op de openbare weg rijden maar gebruikt worden voor het werken op afgezette weggedeelten, niet van een kenteken te worden voorzien.

Gegevens

“Het belangrijkste doel van de kentekenplicht is dat de technische gegevens van het voertuig en de gegevens van de eigenaar worden vastgelegd in het kentekenregister”, zo motiveerde Schultz van Haegen haar keuze. “Daarbij controleert de RDW meteen of het voertuig voldoet aan de voertuigeisen. Nu is er geen enkele controle op de voertuigveiligheid van nieuwe of geïmporteerde tractoren en MMBS’en.”

Het kentekenen van tractoren die harder kunnen dan 40 km per uur is vanaf mei 2018 daarnaast noodzakelijk voor de Europese APK-verplichting.

Maximumsnelheid

Wanneer de kentekenplicht eenmaal is doorgevoerd, kan worden gekeken naar een eventuele verhoging van de maximumsnelheid tot 40 kilometer per uur, zo heeft minister Schultz tevens laten weten. In een brief aan de Tweede Kamer stelde ze vorig jaar oktober dat versnelde invoering van de aangepaste maximumsnelheid niet realistisch of wenselijk is als er nog geen kentekenplicht voor de voertuigen bestaat. Dit onder meer omdat juist met behulp van het kenteken gecontroleerd en gehandhaafd kan worden dat die voertuigen technisch veilig 40 kilometer per uur kunnen rijden.

Provincies, gemeenten en waterschappen gaven om diezelfde reden aan de kentekenplicht als voorwaarde voor de invoering van een snelheidsverhoging voor tractoren te zien. De wegbeheerders hebben ook aangegeven niets te zien in alternatieven voor kentekening zoals ontheffing, vergunningen of stickers. “Deze alternatieven zijn gevoeliger voor fraude en zorgen voor hoge uitvoeringslasten bij de wegbeheerders”, zo werd gesteld.