nationale ombudsman, alex brenninkmeijer

CBR behandelde klacht over afkeuren lesauto niet goed

Het CBR heeft een klacht van een rijschoolhouder niet goed behandeld, vindt de Nationale Ombudsman. Een examinator had de lesauto afgekeurd omdat deze teveel naar schoonmaakmiddel zou ruiken. Toen de rijschoolhouder een klacht hierover indiende heeft het CBR onterecht het oordeel van de examinator zwaarder laten wegen dan die van de rijschoolhouder, zo meldt de Ombudsman.

Omdat het niet de schuld is van de rijschoolhouder dat de examenmanager al naar huis was en er geen second opinion plaats kon hebben, had het CBR de klacht ‘noch gegrond, nog ongegrond’ moeten verklaren en in overleg treden over vergoeding van het examen, zo vindt de Ombudsman.

Praktijkexamen

Wat is er precies gebeurd? Een rijopleider meldde zich met zijn kandidaat voor het praktijkexamen bij het CBR en liet de examinator weten dat de auto wat stonk omdat hij met een allesreiniger had moeten schoonmaken. De vorige dag was namelijk een leerlinge ziek geworden.

De examinator vond de lucht in de auto echter te penetrant en keurde het examenvoertuig af. Het examen vond geen doorgang. De examenmanager, die de examinator bij zo’n besluit in kennis stelt, was niet meer aanwezig en kon het besluit niet ter plaatse toetsen.

CBR

De klacht die de rijopleider indiende, verklaarde het CBR niet gegrond, omdat achteraf niet kon worden vastgesteld of het afkeuren wegens de stank gerechtvaardigd was, waardoor moest worden uitgegaan van het oordeel van de examinator.

De rijopleider klaagt erover dat de examinator zijn lesauto heeft afgekeurd en klaagt over de uitkomst van de klachtbehandeling door het CBR. Hij en de kandidaat voor het examen in de auto hadden geen last van de lucht. De kandidaat bevestigde dit. Het oordeel van het CBR over zijn klacht vond hij niet onafhankelijk, omdat het CBR alleen was afgegaan op het oordeel van de examinator.

Examinator

De examinator liet weten aan de Ombudsman dat de lucht direct op zijn keel was geslagen en zijn ademhaling bemoeilijkte. Hij moest zich kunnen concentreren om op een veilige manier examen af te nemen en dit werkklimaat vond hij niet aanvaardbaar. Hij had geen twijfel over zijn besluit en geen second opinion gevraagd.

Het CBR had de verklaring van de kandidaat wel meegewogen, maar achtte die niet bepalend. De beslissing (op basis van het Vademecum voor rijschoolhouders en de Handleiding voor examinatoren) is in beginsel aan de examinator (als juridisch bestuurder), en de uitkomst heeft geen positieve of negatieve prikkels voor hem, terwijl het oordeel van de kandidaat en verzoeker kon zijn beïnvloed door de vervelende gevolgen die het afkeuren zou hebben.

Klacht

Over de redelijkheid van het besluit van de examinator geeft de Nationale ombudsman geen oordeel, omdat er geen andere gegevens zijn dan de subjectieve verklaringen van enerzijds de examinator en anderzijds verzoeker en de kandidaat. Een subjectieve waardering als in dit geval, waarbij de meningen tegenover elkaar staan, vergt van het CBR die de klacht moet beoordelen een extra zorgvuldige belangenafweging.

Echter, het is niet redelijk om de lezing van de examinator zwaarder te laten wegen dan die van de rijopleider en zijn kandidaat, terwijl er geen second opinion is en de reden hiervoor niet voor rekening komt van de rijopleider. Er had volgens de Ombudsman voor een middenweg gekozen kunnen door de klacht noch gegrond, noch ongegrond te verklaren en niet de volledige kosten voor rekening te laten van de rijopleider.

Lesauto

De Ombudsman heeft geen oordeel over het besluit van de examinator de lesauto af te keuren. Maar acht de klacht wel gegrond ten aanzien van de uitkomst van de klachtbehandeling. Hij heeft daarom het CBR gevraagd de rijopleider in overleg te treden over een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten van het rijexamen.

De rijinstructeur had de kosten van het examen al wel vergoed aan de kandidaat.

Auteur: Bart Pals

2 reacties op “CBR behandelde klacht over afkeuren lesauto niet goed”

G.Klein|28.02.12|19:18

De examinator keurt zo’n wagen heus niet voor niks af
dus verwacht coulance maar eis het niet op

Charles|01.03.12|12:49

Het heeft niets met coulance te maken er is een regel dat een second opinion gedaan moet worden geld dit ook voor het CBR dan kunnen ze zich er niet op beroepen dat degene die dat moeten doen al naar huis is. Dan is het zaak dat deze persoon pas mogen vertrekken naar huis of waar dan ook nadat het laatste examen van de dag is afgenomen. Het moet niet gekker worden dat degene die een waarde oordeel of wat voor beoordeling ook moet geven niet aanwezig is om het product of dienst te controleren.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

CBR behandelde klacht over afkeuren lesauto niet goed | RijschoolPro
nationale ombudsman, alex brenninkmeijer

CBR behandelde klacht over afkeuren lesauto niet goed

Het CBR heeft een klacht van een rijschoolhouder niet goed behandeld, vindt de Nationale Ombudsman. Een examinator had de lesauto afgekeurd omdat deze teveel naar schoonmaakmiddel zou ruiken. Toen de rijschoolhouder een klacht hierover indiende heeft het CBR onterecht het oordeel van de examinator zwaarder laten wegen dan die van de rijschoolhouder, zo meldt de Ombudsman.

Omdat het niet de schuld is van de rijschoolhouder dat de examenmanager al naar huis was en er geen second opinion plaats kon hebben, had het CBR de klacht ‘noch gegrond, nog ongegrond’ moeten verklaren en in overleg treden over vergoeding van het examen, zo vindt de Ombudsman.

Praktijkexamen

Wat is er precies gebeurd? Een rijopleider meldde zich met zijn kandidaat voor het praktijkexamen bij het CBR en liet de examinator weten dat de auto wat stonk omdat hij met een allesreiniger had moeten schoonmaken. De vorige dag was namelijk een leerlinge ziek geworden.

De examinator vond de lucht in de auto echter te penetrant en keurde het examenvoertuig af. Het examen vond geen doorgang. De examenmanager, die de examinator bij zo’n besluit in kennis stelt, was niet meer aanwezig en kon het besluit niet ter plaatse toetsen.

CBR

De klacht die de rijopleider indiende, verklaarde het CBR niet gegrond, omdat achteraf niet kon worden vastgesteld of het afkeuren wegens de stank gerechtvaardigd was, waardoor moest worden uitgegaan van het oordeel van de examinator.

De rijopleider klaagt erover dat de examinator zijn lesauto heeft afgekeurd en klaagt over de uitkomst van de klachtbehandeling door het CBR. Hij en de kandidaat voor het examen in de auto hadden geen last van de lucht. De kandidaat bevestigde dit. Het oordeel van het CBR over zijn klacht vond hij niet onafhankelijk, omdat het CBR alleen was afgegaan op het oordeel van de examinator.

Examinator

De examinator liet weten aan de Ombudsman dat de lucht direct op zijn keel was geslagen en zijn ademhaling bemoeilijkte. Hij moest zich kunnen concentreren om op een veilige manier examen af te nemen en dit werkklimaat vond hij niet aanvaardbaar. Hij had geen twijfel over zijn besluit en geen second opinion gevraagd.

Het CBR had de verklaring van de kandidaat wel meegewogen, maar achtte die niet bepalend. De beslissing (op basis van het Vademecum voor rijschoolhouders en de Handleiding voor examinatoren) is in beginsel aan de examinator (als juridisch bestuurder), en de uitkomst heeft geen positieve of negatieve prikkels voor hem, terwijl het oordeel van de kandidaat en verzoeker kon zijn beïnvloed door de vervelende gevolgen die het afkeuren zou hebben.

Klacht

Over de redelijkheid van het besluit van de examinator geeft de Nationale ombudsman geen oordeel, omdat er geen andere gegevens zijn dan de subjectieve verklaringen van enerzijds de examinator en anderzijds verzoeker en de kandidaat. Een subjectieve waardering als in dit geval, waarbij de meningen tegenover elkaar staan, vergt van het CBR die de klacht moet beoordelen een extra zorgvuldige belangenafweging.

Echter, het is niet redelijk om de lezing van de examinator zwaarder te laten wegen dan die van de rijopleider en zijn kandidaat, terwijl er geen second opinion is en de reden hiervoor niet voor rekening komt van de rijopleider. Er had volgens de Ombudsman voor een middenweg gekozen kunnen door de klacht noch gegrond, noch ongegrond te verklaren en niet de volledige kosten voor rekening te laten van de rijopleider.

Lesauto

De Ombudsman heeft geen oordeel over het besluit van de examinator de lesauto af te keuren. Maar acht de klacht wel gegrond ten aanzien van de uitkomst van de klachtbehandeling. Hij heeft daarom het CBR gevraagd de rijopleider in overleg te treden over een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten van het rijexamen.

De rijinstructeur had de kosten van het examen al wel vergoed aan de kandidaat.

Auteur: Bart Pals

2 reacties op “CBR behandelde klacht over afkeuren lesauto niet goed”

G.Klein|28.02.12|19:18

De examinator keurt zo’n wagen heus niet voor niks af
dus verwacht coulance maar eis het niet op

Charles|01.03.12|12:49

Het heeft niets met coulance te maken er is een regel dat een second opinion gedaan moet worden geld dit ook voor het CBR dan kunnen ze zich er niet op beroepen dat degene die dat moeten doen al naar huis is. Dan is het zaak dat deze persoon pas mogen vertrekken naar huis of waar dan ook nadat het laatste examen van de dag is afgenomen. Het moet niet gekker worden dat degene die een waarde oordeel of wat voor beoordeling ook moet geven niet aanwezig is om het product of dienst te controleren.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.