Procedure nieuwe onderwerpen WRM-bijscholing gewijzigd

De vaststellingsprocedure voor nieuwe WRM-bijscholingsonderwerpen gaat er in het vervolg anders uitzien. Vanaf dit najaar worden nieuwe onderwerpen in twee verschillende stappen bepaald. Eerst wordt een afstemmingsoverleg gehouden, waarin discussie kan worden gevoerd over de waarde van mogelijke thema’s. Enkele maanden later volgt een vaststellingsbijeenkomst die de nieuwe onderwerpen definitief maakt. De nieuwe procedure moet het aanbieden van zinvolle bijscholingen stimuleren, zo stelt het IBKI.

Het IBKI bepaalt in principe op twee momenten in het jaar in de Centrale examencommissie WRM de nieuwe theoretische bijscholingsonderwepen. Het gaat dan om ten minste twee nieuwe thema’s per jaar. Voor het eerst zal dit jaar op 18 september een afstemmingsoverleg plaatsvinden, waarna op 18 december de knoop wat betreft de nieuwe onderwerpen definitief wordt doorgehakt.

Bijscholing

Tot de procedure is besloten om te stimuleren dat er voor rijinstructeurs zinvolle bijscholingen aangeboden worden die de kwaliteit van de rijinstructie verhogen, zo stelt het IBKI. “In een afstemmingsbijeenkomst kan namelijk een brede discussie gevoerd worden over de waarde van mogelijke onderwerpen, met doelgroep en motivatie. Ook kan gekeken worden of er misschien vervallen onderwerpen zijn die, herschreven en aangepast aan deze tijd, opnieuw ingediend kunnen worden”, zo wordt gesteld.

Als op 18 september de onderwerpen bepaald zijn, zullen op 18 december dus de uitgewerkte onderwerpen besproken worden. Die uitgewerkte onderwerpen moeten van tevoren al zijn ingediend en moeten doelstelling, motivatie, aantal dagdelen, globale opzet en inhoud en alle specifieke leerdoelen bevatten. Dan volgt in de vergadering de definitieve vaststelling.

Onderwerp

Als er meerdere indieners van eenzelfde uitgewerkte onderwerp zijn, zal het IBKI hen hiervan op de hoogte stellen, zo wordt aangegeven. “Dit om zo mogelijk tot één gezamenlijk ingediend voorstel te komen.” Na de decembervergadering krijgen mogelijke aanbieders, zoals tot nu toe ook het geval was, twee maanden de tijd een volledig uitgewerkt cursusontwerp voor certificering in te dienen.

Criteria

Bij de vaststelling van de WRM-bijscholingsonderwerpen hanteert IBKI, geadviseerd door de Centrale Examencommissie, ook in de nieuwe situatie de volgende criteria aan bijscholingsonderwerpen:

  • Het onderwerp moet voor minimaal drie jaar voldoende praktijkrelevant zijn. Het mag ook een onderwerp zijn dat voor één rijinstructeurscategorie bedoeld is.
  • De doelgroep moet landelijk gezien voldoende groot zijn.
  • Het onderwerp moet voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van al bestaande bijscholingsonderwerpen.
  • Onderwerp en leerdoelen moeten zodanig ’algemeen’ geformuleerd zijn, dat elke cursusontwikkelaar of -aanbieder die dat wil een cursus hierover kan ontwikkelen. De indiener van het onderwerp heeft geen alleenrecht. Een zelf ontwikkeld didactiekconcept dat door niemand anders dan de indiener gegeven kan worden kan dus geen bijscholingsonderwerp WRM zijn.

Nieuwe onderwerpen voor de WRM-bijscholing kunnen nog vóór 5 september worden ingediend. De indiener van een nieuw onderwerp moet in een korte motivering in elk geval ingaan op de vier bovenstaande criteria, zo laat het IBKI weten.

Auteur: Roosmarijn Dierick

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Procedure nieuwe onderwerpen WRM-bijscholing gewijzigd | RijschoolPro

Procedure nieuwe onderwerpen WRM-bijscholing gewijzigd

De vaststellingsprocedure voor nieuwe WRM-bijscholingsonderwerpen gaat er in het vervolg anders uitzien. Vanaf dit najaar worden nieuwe onderwerpen in twee verschillende stappen bepaald. Eerst wordt een afstemmingsoverleg gehouden, waarin discussie kan worden gevoerd over de waarde van mogelijke thema’s. Enkele maanden later volgt een vaststellingsbijeenkomst die de nieuwe onderwerpen definitief maakt. De nieuwe procedure moet het aanbieden van zinvolle bijscholingen stimuleren, zo stelt het IBKI.

Het IBKI bepaalt in principe op twee momenten in het jaar in de Centrale examencommissie WRM de nieuwe theoretische bijscholingsonderwepen. Het gaat dan om ten minste twee nieuwe thema’s per jaar. Voor het eerst zal dit jaar op 18 september een afstemmingsoverleg plaatsvinden, waarna op 18 december de knoop wat betreft de nieuwe onderwerpen definitief wordt doorgehakt.

Bijscholing

Tot de procedure is besloten om te stimuleren dat er voor rijinstructeurs zinvolle bijscholingen aangeboden worden die de kwaliteit van de rijinstructie verhogen, zo stelt het IBKI. “In een afstemmingsbijeenkomst kan namelijk een brede discussie gevoerd worden over de waarde van mogelijke onderwerpen, met doelgroep en motivatie. Ook kan gekeken worden of er misschien vervallen onderwerpen zijn die, herschreven en aangepast aan deze tijd, opnieuw ingediend kunnen worden”, zo wordt gesteld.

Als op 18 september de onderwerpen bepaald zijn, zullen op 18 december dus de uitgewerkte onderwerpen besproken worden. Die uitgewerkte onderwerpen moeten van tevoren al zijn ingediend en moeten doelstelling, motivatie, aantal dagdelen, globale opzet en inhoud en alle specifieke leerdoelen bevatten. Dan volgt in de vergadering de definitieve vaststelling.

Onderwerp

Als er meerdere indieners van eenzelfde uitgewerkte onderwerp zijn, zal het IBKI hen hiervan op de hoogte stellen, zo wordt aangegeven. “Dit om zo mogelijk tot één gezamenlijk ingediend voorstel te komen.” Na de decembervergadering krijgen mogelijke aanbieders, zoals tot nu toe ook het geval was, twee maanden de tijd een volledig uitgewerkt cursusontwerp voor certificering in te dienen.

Criteria

Bij de vaststelling van de WRM-bijscholingsonderwerpen hanteert IBKI, geadviseerd door de Centrale Examencommissie, ook in de nieuwe situatie de volgende criteria aan bijscholingsonderwerpen:

  • Het onderwerp moet voor minimaal drie jaar voldoende praktijkrelevant zijn. Het mag ook een onderwerp zijn dat voor één rijinstructeurscategorie bedoeld is.
  • De doelgroep moet landelijk gezien voldoende groot zijn.
  • Het onderwerp moet voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van al bestaande bijscholingsonderwerpen.
  • Onderwerp en leerdoelen moeten zodanig ’algemeen’ geformuleerd zijn, dat elke cursusontwikkelaar of -aanbieder die dat wil een cursus hierover kan ontwikkelen. De indiener van het onderwerp heeft geen alleenrecht. Een zelf ontwikkeld didactiekconcept dat door niemand anders dan de indiener gegeven kan worden kan dus geen bijscholingsonderwerp WRM zijn.

Nieuwe onderwerpen voor de WRM-bijscholing kunnen nog vóór 5 september worden ingediend. De indiener van een nieuw onderwerp moet in een korte motivering in elk geval ingaan op de vier bovenstaande criteria, zo laat het IBKI weten.

Auteur: Roosmarijn Dierick

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.