Voorlopig geen continue screening bij VOG rijinstructeurs

Er komt voorlopig geen continue screening bij de Verklaring Omtrent Gedrag voor rijinstructeurs. Bij deze screening wordt de VOG-bezitter tussentijds gecontroleerd of er geen nieuwe strafbare feiten worden gepleegd. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) wil eerst weten wat de omvang is van strafbare feiten onder rijinstructeurs, voordat deze maatregel wordt ingevoerd. 

Een continue screening vindt plaats in de kinderopvangsector en de taxibranche. Deze maatregel is effectief, maar brengt ook hoge kosten met zich mee. De minister wil daarom eerst zien wat het effect is van de invoering van de VOG. “Mocht na een analyse van deze cijfers blijken dat een hoger beschermingsniveau nodig is, dan zou alsnog kunnen worden overgegaan tot het invoeren van continue screening”, aldus Van Nieuwenhuizen in een brief aan de Tweede Kamer.

Tot nu toe is het moeilijk om een inschatting te maken van de omvang van het wangedrag in de sector, meldt de minister. “De beschikbare signalen hierover zijn door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu samen met het CBR en het IBKI geanalyseerd. Hieruit is in ieder geval duidelijk geworden dat de afgelopen jaren meerdere rijinstructeurs veroordeeld zijn voor verschillende delicten, waaronder aanranding van leerlingen, fraude, belastingfraude, deelname aan een criminele organisatie en oplichting van leerlingen.”

Bescherming van leerling én CBR

De minister beschrijft in de brief, een tweede nota van wijzigingen, over de aanleiding van de invoering van een VOG in de rijschoolbranche. “De consumenten in deze markt zijn veelal jonge personen, waarvan er veel geen ervaring hebben met het aangaan van een grote zakelijke transactie zoals een overeenkomst voor het afnemen van rijlessen en aanverwante diensten”, aldus Van Nieuwenhuizen. “Via het experiment 2toDrive is het mogelijk om vanaf 16,5 jaar te starten met rijles in een personenauto. Voor lessen op een bromfiets is deze leeftijd 16 jaar. Kiest een leerling voor het volgen van theorieonderwijs, dan kan de leeftijd waarop hij of zij met een rijinstructeur in aanraking komt zelfs nog lager zijn.”

De minister spreekt daarnaast van een ongelijke gezagsrelatie tussen rijinstructeur en leerling: “Rijonderricht in een personenauto wordt gekenmerkt door intensief contact tussen de rijinstructeur en de leerling; doorgaans vindt
het plaats op basis van een-op-een-contact binnen de besloten ruimte van een personenauto. Gelet op deze kenmerken van de markt wordt van belang geacht dat de kwetsbare consument afdoende wordt beschermd en crimineel gedrag preventief wordt voorkomen.”

Bovendien is het ook in het belang van CBR en IBKI dat het contact met rijinstructeurs op een veilige manier verloopt. “Uit de eerdergenoemde inventarisatie is gebleken dat zich de afgelopen jaren verschillende incidenten op dit gebied hebben voorgedaan, voornamelijk in relatie tot het CBR; rijinstructeurs zijn onder meer veroordeeld voor, of er zijn lopende aanklachten op het gebied van: mishandeling en bedreiging van CBR-medewerkers, vernieling, betrokkenheid bij examenfraude en betrokkenheid bij omkoping.”

Andere maatregelen

Brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag zijn al jaren in gesprek met het CBR, IBKI en het ministerie over het wijzigen van de WRM. Doel is de kwaliteit en professionaliteit van de branche te verbeteren. Omdat sommige aanpassingen relatief makkelijk zijn door te voeren, is er een verdeling gemaakt: één pakket aan maatregelen voor de korte termijn en één voor de langere termijn.

Naast de VOG moet ook het aantal praktische bijscholingen sop korte termijn worden teruggeschroefd. Rijinstructeurs hoeven dan elke vijf jaar niet twee maar één praktijkbegeleiding af te leggen. Ook het toevoegen van een foto op de WRM-pas zou volgens eerdere berichten van het ministerie op korte termijn worden doorgevoerd.

Verder krijgt het herintrederstraject een andere invulling. Deze wordt praktischer ingericht dan nu het geval is. Rijinstructeurs die hun WRM-bevoegdheid verliezen en hun papieren opnieuw terug willen, worden niet alleen theoretisch getoetst, maar moeten ook examens afleggen op het gebied van onder meer eigen rijvaardigheden.

Lange termijn

Voor andere onderwerpen uit de WRM is een wetswijziging nodig. Zoals strengere instroomeisen voor de opleiding tot rijinstructeur, het aantal stage-uren en de inhoud van de bijscholingen. Wanneer de WRM wordt behandeld in de Tweede Kamer is nog onduidelijk.

Lees ook: Verplichte VOG voor rijinstructeurs: zo gaat het in zijn werk

Auteur: Nadine Kieboom

Nadine Kieboom is de vaste journalist van RijschoolPro.nl

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Voorlopig geen continue screening bij VOG rijinstructeurs | RijschoolPro

Voorlopig geen continue screening bij VOG rijinstructeurs

Er komt voorlopig geen continue screening bij de Verklaring Omtrent Gedrag voor rijinstructeurs. Bij deze screening wordt de VOG-bezitter tussentijds gecontroleerd of er geen nieuwe strafbare feiten worden gepleegd. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) wil eerst weten wat de omvang is van strafbare feiten onder rijinstructeurs, voordat deze maatregel wordt ingevoerd. 

Een continue screening vindt plaats in de kinderopvangsector en de taxibranche. Deze maatregel is effectief, maar brengt ook hoge kosten met zich mee. De minister wil daarom eerst zien wat het effect is van de invoering van de VOG. “Mocht na een analyse van deze cijfers blijken dat een hoger beschermingsniveau nodig is, dan zou alsnog kunnen worden overgegaan tot het invoeren van continue screening”, aldus Van Nieuwenhuizen in een brief aan de Tweede Kamer.

Tot nu toe is het moeilijk om een inschatting te maken van de omvang van het wangedrag in de sector, meldt de minister. “De beschikbare signalen hierover zijn door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu samen met het CBR en het IBKI geanalyseerd. Hieruit is in ieder geval duidelijk geworden dat de afgelopen jaren meerdere rijinstructeurs veroordeeld zijn voor verschillende delicten, waaronder aanranding van leerlingen, fraude, belastingfraude, deelname aan een criminele organisatie en oplichting van leerlingen.”

Bescherming van leerling én CBR

De minister beschrijft in de brief, een tweede nota van wijzigingen, over de aanleiding van de invoering van een VOG in de rijschoolbranche. “De consumenten in deze markt zijn veelal jonge personen, waarvan er veel geen ervaring hebben met het aangaan van een grote zakelijke transactie zoals een overeenkomst voor het afnemen van rijlessen en aanverwante diensten”, aldus Van Nieuwenhuizen. “Via het experiment 2toDrive is het mogelijk om vanaf 16,5 jaar te starten met rijles in een personenauto. Voor lessen op een bromfiets is deze leeftijd 16 jaar. Kiest een leerling voor het volgen van theorieonderwijs, dan kan de leeftijd waarop hij of zij met een rijinstructeur in aanraking komt zelfs nog lager zijn.”

De minister spreekt daarnaast van een ongelijke gezagsrelatie tussen rijinstructeur en leerling: “Rijonderricht in een personenauto wordt gekenmerkt door intensief contact tussen de rijinstructeur en de leerling; doorgaans vindt
het plaats op basis van een-op-een-contact binnen de besloten ruimte van een personenauto. Gelet op deze kenmerken van de markt wordt van belang geacht dat de kwetsbare consument afdoende wordt beschermd en crimineel gedrag preventief wordt voorkomen.”

Bovendien is het ook in het belang van CBR en IBKI dat het contact met rijinstructeurs op een veilige manier verloopt. “Uit de eerdergenoemde inventarisatie is gebleken dat zich de afgelopen jaren verschillende incidenten op dit gebied hebben voorgedaan, voornamelijk in relatie tot het CBR; rijinstructeurs zijn onder meer veroordeeld voor, of er zijn lopende aanklachten op het gebied van: mishandeling en bedreiging van CBR-medewerkers, vernieling, betrokkenheid bij examenfraude en betrokkenheid bij omkoping.”

Andere maatregelen

Brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag zijn al jaren in gesprek met het CBR, IBKI en het ministerie over het wijzigen van de WRM. Doel is de kwaliteit en professionaliteit van de branche te verbeteren. Omdat sommige aanpassingen relatief makkelijk zijn door te voeren, is er een verdeling gemaakt: één pakket aan maatregelen voor de korte termijn en één voor de langere termijn.

Naast de VOG moet ook het aantal praktische bijscholingen sop korte termijn worden teruggeschroefd. Rijinstructeurs hoeven dan elke vijf jaar niet twee maar één praktijkbegeleiding af te leggen. Ook het toevoegen van een foto op de WRM-pas zou volgens eerdere berichten van het ministerie op korte termijn worden doorgevoerd.

Verder krijgt het herintrederstraject een andere invulling. Deze wordt praktischer ingericht dan nu het geval is. Rijinstructeurs die hun WRM-bevoegdheid verliezen en hun papieren opnieuw terug willen, worden niet alleen theoretisch getoetst, maar moeten ook examens afleggen op het gebied van onder meer eigen rijvaardigheden.

Lange termijn

Voor andere onderwerpen uit de WRM is een wetswijziging nodig. Zoals strengere instroomeisen voor de opleiding tot rijinstructeur, het aantal stage-uren en de inhoud van de bijscholingen. Wanneer de WRM wordt behandeld in de Tweede Kamer is nog onduidelijk.

Lees ook: Verplichte VOG voor rijinstructeurs: zo gaat het in zijn werk

Auteur: Nadine Kieboom

Nadine Kieboom is de vaste journalist van RijschoolPro.nl

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.