
Het gaat sneeuwen! Zo ga je veilig de weg op
Sneeuwbalgevechten, sfeervolle wandelingen en warme chocolademelk met slagroom, dit weekend kunnen we een flinke laag sneeuw verwachten. Velen kunnen wel genieten van een pak sneeuw, maar dat geldt niet voor iedereen; het zorgt namelijk voor een flink zooitje op de weg en dat vraagt om een goede dosis focus en behendigheid. Omdat de witte vlokken niet elk jaar voor een uitdagend wegdek zorgen, is hier een opfrisser met de belangrijkste sneeuwregels en tips.
Vorig jaar schreef RijschoolPro dat bijna de helft van de Nederlandse automobilisten het eng vindt om in de sneeuw of met ijzel te rijden. Nu we volgens de weersverwachting vanaf zondag te maken krijgen met een sneeuwval van 10 centimeter in de Randstad tot 30 centimeter op de Veluwe en temperaturen tot wel -10 graden, is het handig om je goed voor te bereiden op hoe je zo veilig mogelijk de weg trotseert. Dat begint bij een sneeuw- en ijsvrije auto.
Bereid je auto voor
Voorkomen is beter dan genezen. Dit zijn enkele handige tips die de ANWB deelt om je auto voor te bereiden op de kou:
- Maak de rubbers van de deuren goed schoon en smeer ze in. Dit kan met een speciale stick, maar talkpoeder helpt ook al.
- Vul de ruitensproeiervloeistof bij met een antivriesvariant.
- Koop een speciale deken voor de voorruit, zodat je minder hoeft te krabben. Gebruik geen kranten, die kunnen vastvriezen.
- Stel een setje winterspullen samen met ruitontdooier, slotontdooier (buiten de auto bewaren) en ijskrabbers. Om wegrijden uit diepe sneeuw makkelijker te maken, gebruik je een paar matten of een wegrijhulp, een schep en een veger.
- Wissel je zomerbanden voor winterbanden. Zo heb je veel meer grip.
- Zorg dat je niet alleen korte ritjes maakt, want de dynamo kan dan de accu niet voldoende bijladen.
- Een handrem kan vastvriezen. Gebruik hem in de winter daarom liever niet. Laat de auto in P of in zijn eerste versnelling staan.
- De juiste motorolie kan het verschil betekenen tussen een auto die bij vrieskou wél start, of juist niet.
Autoruit ontdooien
Volgens de ANWB maak je het beste je ruiten schoon met een ruitontdooier. Het is belangrijk om geen heet water over je voorruit te gooien, omdat deze kan barsten.
- Spray de ruit in met ruitontdooier en wacht een paar tellen. Heb je geen ruitontdooier bij de hand, gebruik dan een ruitenkrabber.
- Controleer of de ruitenwissers niet zijn vastgevroren. Tik ze anders voorzichtig los met de ruitenkrabber.
- Klop sneeuw of ijs van je kleding voordat je instapt; dit voorkomt condensvorming. Schakel verder de recirculatiestand uit en gebruik een doek, mochten je ruiten van binnen beslaan.
- Schone ruiten beslaan minder snel. Gebruik de airco om de condens weg te krijgen. Als het te koud is voor de airco zal er ook minder vocht in de lucht zitten, en is de kans op condens stukken kleiner.
Verzekeringsmaatschappij Pricewise adviseert om niet alleen de ruiten, maar ook de motorkap, spiegels, het dak en de deuren sneeuwvrij te maken. Anders kan de sneeuw opwaaien en zie jij, of je achterligger, even niets. Start je auto pas nadat je de auto ijsvrij hebt gemaakt. Dat is volgens de ANWB beter voor de auto, het milieu en jezelf.
Andere onderdelen ontdooien
Is een ander deel van je auto toch bevroren? De ANWB geeft de volgende tips om je auto te ontdooien, zonder dat er iets kapot gaat.
- Sloten bevroren: gebruik slotontdooier, een zakje warm water of föhn om de sloten te verwarmen.
- Deuren dichtgevroren: druk de deuren bij de raamsponningen goed aan zodat het ijs breekt. Werkt dit niet, gebruik dan een zakje warm water of een föhn (niet op de ramen gebruiken).
- Handrem bevroren: trek hem extra aan zodat het ijs in de kabel breekt. Werkt dit niet, laat de motor dan 15 minuten draaien. Zo ontdooit de handremkabel vanzelf.
- Ruitontdooier komt ook van pas bij het loshalen van vastgevroren ruitenwissers.
- Ruitensproeiers bevroren: leg een zakje warm water op de sproeierkopjes. Is het reservoir (met zomervloeistof) bevroren? Vul het dan aan met warm water zodat het ijs smelt en vergeet het niet te vullen met een antivriesvariant.
Verlichting
Indien je zicht wordt belemmerd door sneeuw, dien je overdag het dimlicht aan te zetten. Indien mist of sneeuw het zicht ernstig belemmert, mogen bestuurders van een motorvoertuig en van een gehandicaptenvoertuig mistlicht aan de voorzijde voeren. In dat geval hoeven die bestuurders geen dimlicht te voeren. Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter, mag mistachterlicht worden gevoerd.
Gladde wegen
Haastige spoed is zelden goed, dat geldt dubbel zoveel zodra je de weg opgaat. De ANWB deelt de volgende rijvaardigheidstips bij gladde wegen:
- Houd afstand. Vuistregel: halveer je snelheid en verdubbel de afstand tot je voorganger – net zoals je bij mist zou doen.
- Kijk ver voor je uit. Dan stuur je meestal vanzelf in de goede lijn en zie je eerder welke mogelijke problemen er op je pad komen.
- Trek rustig op. Soms is optrekken vanuit stilstand al meteen een uitglijder. De banden hebben dan moeite om grip te vinden. Wegrijden in de tweede versnelling kan helpen. Geef weinig gas en laat de koppeling heel rustig opkomen. Doe al je handelingen rustig en met beleid: stuur gelijkmatig, rem niet abrupt, stuur bochten niet te scherp in.
- Remmen: soms hard. Moet je een noodstop maken, dan wil je dat het ABS (antiblokkeersysteem) optimaal functioneert. Als het ABS werkt, remt de auto maximaal af zonder dat de wielen blokkeren zodat je kan blijven sturen. ABS werkt alleen bij maximale remdruk, oftewel als je het rempedaal tot op de bodem blijft intrappen. Ga dus niet ‘pompend’ remmen. Schrik niet als het rempedaal onder je voet begint te trillen en je rare geluiden hoort: dat hoort erbij.
- Blijf alert, ook mét winterbanden. Is het glad door sneeuw en heb je zomerbanden onder de auto zitten, ga dan niet op pad. Met winterbanden kun je eventueel wel de weg op, maar winterbanden zijn zeker geen totaaloplossing voor winterse problemen! Als je twee keer zo hard rijdt, is je remweg normaal gesproken vier keer zo lang. Bij gladheid wordt dat nog versterkt. Winterbanden mogen een kortere remweg hebben dan zomerbanden, als je hard rijdt, wordt dat effect volledig opgeheven.
Pas op met winterkleding
Eerder plaatsten we al het bericht dat de Duitse ADAC adviseert geen winterjas te dragen in de auto. Hoe koud het ook is, een winterjas kan zorgen voor ernstige verwondingen doordat er te veel ruimte zit tussen de gordel en de buik. Je kunt wel de gordel onder je winterjas dragen, een dekentje gebruiken of een extra verwarmingssysteem in de auto gebruiken. Ook andere winterkledij, zoals hoeden, sjaals en handschoenen kunnen een veiligheidsrisico vormen.
Hopelijk kun je met vol vertrouwen de weg trotseren en vergeet vooral niet te genieten van de sneeuw!
Lees ook:
- ADAC adviseert: rij niet met een winterjas aan
- 44 procent automobilisten vindt rijden in sneeuw eng
- ANWB: goede winterband nog altijd zeldzaam
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?
warm water klaart de klus ook erg goed. Gek dat iedereen dit associeert met heet water. Je handen kan je toch ook prima wassen met lauw warm water….. En ruitontdooier bevriest weer nadat je weg rijdt. doe dit al jaren en werkt fantastisch.