Bij rijschoolhouders is soms onvoldoende kennis over het verzekeren van lesvoertuigen. Vooral startende ondernemers kunnen op dit gebied nog winst behalen. Dat stelt Koen Janssen van Bovemij Bedrijfsverzekeringen. “En juist met de huidige claimcultuur wordt het voor rijscholen steeds belangrijker om de aansprakelijkheid van de onderneming zo goed mogelijk in te dekken.”

Omdat de voertuigen van rijscholen meer kilometers maken dan de particuliere varianten, liggen de risico’s voor rijschoolhouders hoger. Daarbij zijn het overwegend ongediplomeerde bestuurders die het stuur in handen hebben. “Het is daarom belangrijk dat de rijschool zo volledig mogelijk verzekerd is. Er zijn verschillende valkuilen die tot ongewenste situaties kunnen leiden”, aldus Janssen van Bovemij. “Het zijn vaak problemen die eigenlijk vrij gemakkelijk voorkomen kunnen worden.”

Verzekering

Particuliere autoverzekeringen hebben verschillende uitsluitingen, waarvan lesgeven er één is. “Maar wij komen nog steeds gevallen tegen van rijschoolhouders die bijvoorbeeld hun lesauto al hebben aangeschaft en er dan pas achter komen dat deze niet onder hun particuliere verzekering valt. Dat krijgen ze dus veel te laat pas door”, zo laat Janssen weten.

Vaak zijn het instructeurs die net een bedrijf zijn gestart en nog niet precies weten wat de regels zijn, zo legt hij uit. Janssen stelt op die momenten meteen te proberen om die brandjes te blussen. “Wij zijn dan zo flexibel mogelijk. Er moet immers snel een oplossing worden gevonden, want auto’s zonder verzekering mogen de weg gewoon niet op. En ondernemers in deze branche zijn van de inzet van die lesauto afhankelijk.”

Bestuurder

Voor alle motorrijtuigen geldt een wettelijk verplichte WA-verzekering, die dekking geeft bij materiële en letselschade. Maar Janssen wijst op de problemen die kunnen ontstaan door onduidelijkheid over de juridische bestuurder van een lesvoertuig. “In een lessituatie in de auto is het meteen duidelijk, maar bij lesmotoren bijvoorbeeld ligt dat anders.”

In de lesauto staat vast dat een leerling die zonder rijbewijs achter het stuur zit, de feitelijke bestuurder van het voertuig is. De instructeur wordt volgens de wet als de juridische bestuurder aangeduid. “Als de leerling een aanrijding met de lesauto veroorzaakt en de instructeur hierbij letsel oploopt, zal de instructeur de letselschade bij zijn zorgverzekering moeten indienen. Dit omdat de WA-verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid) de juridische bestuurder altijd uitsluit van dekking. Schade aan derden, en dus ook de leerling, wordt wel gedekt. De leerling wordt in zo’n geval schadeloos gesteld door de WA-verzekeraar.”

Motor

Een leerling op een lesmotor wordt wél als juridische bestuurder gezien. “Als de instructeur tegen de voor hem rijdende leerling botst en de leerling hierdoor schade oploopt, is er op het gebied van schadedekking geen probleem. Deze schade wordt immers door de WA-verzekering op het motorvoertuig gedekt. Maar op het moment dat de leerling een ongeval veroorzaakt door foutieve aanwijzingen van de instructeur en daarbij bijvoorbeeld letselschade oploopt, geeft de WA-verzekering van het lesvoertuig de leerling, de juridische bestuurder, geen dekking.” Op het moment dat de leerling de instructeur voor dergelijke schade aansprakelijk stelt, is er sprake van instructierisico.

Het instructierisico is van belang wanneer een leerling al over een rijbewijs beschikt. Die kan in sommige gevallen de persoonlijke schade proberen te verhalen op de rijschool. Dat is bijvoorbeeld aan de orde bij slipcursussen en rijvaardigheidstrainingen aan rijbewijsbezitters. “Want ook zij worden als de juridische bestuurder van het voertuig gezien. De WA-verzekering van het lesvoertuig geeft bij een schuldschade die groep bestuurders wederom geen dekking”, zo legt Janssen uit. “Het komt regelmatig voor dat rijscholen verzoeken van rijbewijsbezitters krijgen voor extra rijlessen, bijvoorbeeld aan rijangstigen.”

Vervoer

“Ik betwijfel of rijscholen zich voldoende bewust zijn van dit soort valkuilen bij aansprakelijkheidsverzekeringen. Daarom wordt het instructierisico bij Bovemij standaard meegenomen in onze bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Ook al heeft de instructeur totaal niet opgelet, die aansprakelijkheid wordt door ons toch gedekt. Het gaat om risico’s die niet verschrikkelijk vaak voorkomen, maar áls het voorkomt, dan kan een rijschool eraan failliet gaan.” Er zijn inmiddels ruim 1260 rijscholen verzekerd door Bovemij.

De verzekeraar biedt daarnaast de mogelijkheid om dekking voor vervangend vervoer bij brand of diefstal van de lesauto mee te verzekeren. “We vergoeden 30 of 60 dagen, zodat ondernemers de tijd hebben om op zulke situaties in te spelen. Op dit soort punten onderscheiden wij ons van andere verzekeraars. Er is naar mijn weten geen andere partij die deze service standaard biedt.” Voor het tijdelijke vervoer wordt naar bedrijven als Lesautoverhuur.nl verwezen.

Informatie

Het verzekeringsproces van een lesauto komt volgens Janssen vrijwel overeen met het afsluiten van een ‘gewone’ autoverzekering. “Na aanmelding zijn wij degenen die de rest van het werk verzorgen. De rijschoolhouder hoeft ons enkel informatie aan te leveren wanneer wij dat aangeven.” Janssen stelt daarbij in de communicatie veel gebruik te maken van internet. “Van nieuwsbrieven tot contact met de rijschool en schade-afhandelingen. We spelen hiermee zo veel mogelijk in op onze doelgroep.”

Roosmarijn Dierick