Huisartsenposten en diensten voor orgaantransport mogen niet langer gebruikmaken van dezelfde kleurstelling voor de voertuigen als ambulances. Het Instituut Fysieke Veiligheid zou met sancties hebben gedreigd als deze diensten hun kleuren niet aanpassen, meldt het RTL-programma EditieNL. Er zou namelijk misbruik gemaakt worden door diensten die geen echte hulpdiensten zijn. De fractie van het CDA vraagt de betrokken ministers om uitleg naar aanleiding van deze uitzending.

Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) vreest dat met verschillende vormgeving bij voorrangsvoertuigen het gevaar op de weg alleen maar toeneemt. “Op dit moment is het duidelijk. Iets wat een ambulancekleur heeft mag met spoed rijden met zwaailicht en sirene. Dat is herkenbaar voor weggebruikers”, zegt Hubert Andela van KNV. “Het wordt alleen maar gevaarlijker als ze een andere kleur krijgen.”

Kamerlid Hanke Bruins Slot van het CDA vraagt opheldering aan minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie. “Door de kleuren te veranderen, maak je het heel lastig voor mensen om deze voertuigen te herkennen als spoedvervoer”, zegt Bruins Slot.

Uniform herkenbaar

Het Kamerlid vraagt zich af waarom het IFV nu ineens strikt gaat handhaven, terwijl het jarenlang de praktijk was dat voor spoedritten van huisartsen, het vervoer van medisch specialisten en orgaantransport gebruik werd gemaakt van de zogeheten striping voor openbare orde en veiligheid (OOV).

“De doelstelling van de OOV-striping behoort te zijn dat alle voorrangsvoertuigen uniform herkenbaar moeten zijn in het verkeer. Kwesties rond auteursrechten zouden hier ondergeschikt aan moeten zijn”, aldus Bruins Slot in de brief aan de ministers. Ze vraagt de ministers in gesprek te gaan met het IFV en de betrokken gerenommeerde zorgvervoerders.

Waar het probleem met de voertuigen precies ligt, blijft onduidelijk. Het IFV laat weten geen inhoudelijke reactie te kunnen geven. “Over de inhoud en verloop van handhavingsdossiers doen wij geen uitspraken. We beheren en handhaven op OOV-striping, maar het beleid ligt bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.”

Handhaving

In Nederland is wettelijk geregeld welke voertuigen op de openbare weg voorzien mogen zijn van de officiële OOV-striping. Er zijn zeven gebruikers van de striping: politie, brandweer, diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, Koninklijke Marechaussee, Defensie, de reddingsbrigade en de veiligheidsregio’s. De auteursrechten en merkenrechten van de OOV-striping zijn vastgelegd en eigendom van de Staat.

De voertuigen die vallen onder OOV, zijn uitgevoerd in verschillende kleuren, maar altijd in eenzelfde striping volgens vastgestelde richtlijnen. Zo zijn ze voor de omgeving duidelijk herkenbaar als officieel OOV-voertuig. Omdat twijfel bij weggebruikers te voorkomen, wordt hier streng op toegezien, meldt IFV. “Het gaat uiteindelijk om de veiligheid van burgers én hulpverleners in het verkeer. Daar mag geen verwarring over zijn. Het IFV ziet er op toe, namens het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat dit juist gebeurt. En doet dat al jaren.”