Achter de schermen bij VekaBest: de ontwikkeling van e-learnings voor hulpdiensten
In de terugkerende rubriek ‘BACKSTAGE’ bezoekt RijschoolPro interessante en relevante organisaties binnen de rijschoolbranche. Hoe ziet een dag eruit bij het IBKI, wat doet een examinator en wat zijn de dagelijkse bezigheden van bijvoorbeeld een rijbewijskeuringsarts?
Verkeersleermiddelenleverancier VekaBest bundelde onlangs haar krachten met Vekeersopleidingen Zuid en het Nederlands Instituut voor Verkeersveiligheid. Samen bogen zij zich over het produceren van e-learnings voor de brandweer, ambulance en huisartsenpost. Productontwikkelaar Martina Hendrix neemt ons mee in het ontwikkelproces van deze modules.
VekaBest ontwikkelt al ruim vijftig jaar leermiddelen voor de rijschoolwereld en merkt een trend wat betreft de vraag naar online modules. Het biedt ruimte voor eigen planning voor zowel de leerling als de opleider, want mensen kunnen het in hun eigen tijd doen en kunnen ermee beginnen en stoppen wanneer dat gewenst is. De insteek is voornamelijk dat de e-learning de kandidaten echt goed voorbereidt op de praktijk. Maar, het ontwikkelen van een e-learning gaat niet over één nacht ijs; het is een proces van drie tot vier maanden.
Om de tafel
“We kunnen heel veel”, begint Martina, “maar specialistische kennis is iets wat we het liefst bij de specialisten zelf halen. Daarom ontwikkelden we deze e-learning samen met praktijkdocenten. Zij kennen de materie heel goed en wij zorgen er aan onze kant voor dat het technisch goed ingericht wordt.”
Het klakkeloos overnemen van die kennis en materie is niet genoeg voor het ontwikkelen van een goede e-learning. Er zijn namelijk een heel aantal aspecten waar je rekening mee moet houden, legt Martina uit. “In een klaslokaal heb je een docent aan wie je van alles kunt vragen, maar tijdens het maken van een e-learning is dat natuurlijk niet het geval. Op het moment dat iemand alleen achter zijn bureau zit, is het dus nodig om diegene wat meer te prikkelen. Het is daarom belangrijk om filmpjes, foto’s en interactieve elementen toe te voegen.” Een voorbeeld van zo’n interactief element is dat de e-learning wordt afgesloten met een aantal vragen aan de leerling, waarin gecheckt wordt of hij of zij alles goed begrepen heeft.
Tekst gaat verder onder de foto.
Naast docenten en productontwikkelaars spelen ook ICT’ers en tekenaars een belangrijke rol in de totstandkoming van het eindproduct. Zo wordt de vormgeving aangepast op de doelgroep door middel van ICT’ers. Tekenaars worden door VekaBest gevraagd animaties te ontwikkelen voor bijvoorbeeld de regels en afspraken rondom incident management.
Tekst gaat verder onder de foto.
Tijdens het gehele ontwikkelproces wordt de module over en weer gestuurd en blijven alle betrokken partijen kritisch kijken om het eindproduct steeds meer te perfectioneren. Ze buigen zich dan over vragen als: Is de lading van de materie gedekt? Staat er genoeg uitleg bij en is de uitleg duidelijk? “Uiteindelijk duurt zo’n ontwikkelproces drie tot vier maanden. Je kunt namelijk niet alles in één keer goed neerzetten. Je zet het op papier, neemt het samen door, leest het opnieuw, corrigeert links en rechts iets, je vult informatie aan, zoekt nog een afbeelding en ga zo maar door”, zegt Martina.
Pilot
Wanneer alle partijen tevreden zijn over het product wordt er gestart met een pilot, zoals bij de module voor de brandweer is gedaan. “Het is natuurlijk even wennen als je klassikale les gewend bent, want nu zit je opeens alleen, maar de feedback was echt heel erg positief. Mensen vonden het interessant en duidelijk. Dit is goed om te horen vanuit een groep die gewend is om vooral dingen in de praktijk te doen”, aldus de productontwikkelaar. “We merken dan ook dat specialisten ons steeds vaker benaderen om mee te denken over de invulling van nieuwe e-learnings.”
…Benieuwd naar het hele artikel? Je leest het in het gratis eindejaarsmagazine van RijschoolPro.
Lees ook:
