Nederlandse automobilisten moeten ‘het nieuwe rijden’ even vergeten als ze met de auto door de buitenlandse bergen rijden. “Bergop moeten toeren worden gedraaid”, is de boodschap van de ANWB. De bond stelt bij de buitenlandse steunpunten in onder andere Frankrijk, Spanje en Duitsland dagelijks te maken hebben met vakantiegangers die gestrand zijn door een oververhitte motor, een kapotte koppeling of schroeiende remmen.

“Nederlandse automobilisten zijn zich er over het algemeen onvoldoende van bewust dat het rijden in het buitenland een ander soort discipline vergt dan in Nederland”, aldus woordvoerster Annelies Tichelaar. Om narigheid onderweg te voorkomen moet zuinig rijden dan ook even vergeten worden als een automobilist op vakantie in de Alpen rijdt, zo stelt ze.

Automobilist

Volgens Tichelaar maken veel bestuurders onbewust de fout dat ze te snel in een hogere versnelling gaan rijden. “Het is daarom van belang dat ze aangespoord worden om zich van tevoren te verdiepen in rijden in het buitenland. Dat kan bijvoorbeeld al een kleine tip zijn van een rijinstructeur aan zijn leerling om bij een vakantie in het buitenland vooraf bij de rijomstandigheden stil te staan. Bewuste voorbereiding kan immers al een hoop leed besparen.”

Nederlandse rijbewijskandidaten worden opgevoed met ‘het nieuwe rijden, maar dat is in het buitenland funest, zo meldt de ANWB. Met 70 of 80 in de vijfde versnelling rijden in het vlakke Nederland volgens de bond ‘prachtig’. Zeker als dat met een relatief lege auto gebeurt. “Maar niet op vakantie. Want een volgeladen auto kan de motor te veel worden: die loopt warm en begeeft het.”

Schakelen

Er wordt dan ook geadviseerd auto’s niet te hard in de vijfde versnelling te laten zwoegen. “Vakantiegangers moeten vooral de temperatuurmeter goed in de gaten houden. Wanneer die te hoog uitslaat is terugschakelen aan te raden en moeten meer toeren worden gedraaid. En zo nu en dan de auto even rust geven helpt ook narigheid te voorkomen”, aldus de woordvoerster. “De benen even strekken tijdens een wat langere afstand is toch ook nooit weg.”