‘Als het onze eigen kinderen betreft, eisen wij ook een VOG’
In het kader van professionalisering van de rijschoolbranche is er onlangs een nieuwe maatregel aangekondigd: een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag voor alle rijinstructeurs. Branchevereniging Bovag Rijscholen eist sinds 2015 een VOG van haar leden. Frank Hoornenborg, voorzitter van Bovag Rijscholen, schrijft in zijn maandelijkse column over het belang van deze verklaring.
“In mijn eerste column van 2017 noemde ik dit het jaar van de waarheid voor de rijscholenbranche. ‘Do or die’, zoals de Engelsen zeggen. Zouden we in staat zijn om het kaf van het koren te scheiden? En zouden we de politiek kunnen overtuigen van de noodzaak tot maatregelen? Met FAM, VRB en BOVAG zijn we in elk geval een aardig eind op weg geraakt. Op het Binnenhof vinden we een luisterend oor en ons gezamenlijke document met aanbevelingen vormt na een aantal verdiepingsslagen nu een stevig fundament voor de noodzakelijke professionaliseringsslag in de sector. Met een breed draagvlak bovendien.
Nu kan iemand zonder VOG gewoon zijn gang gaan buiten het blikveld van een branchevereniging
Enkele jaren geleden hadden vele criticasters de mond vol van de maatregelen die BOVAG eigenhandig afkondigde om een zo geloofwaardige en professionele mogelijke achterban te kunnen garanderen. De Verklaring Omtrent Gedrag werd in 2015 een lidmaatschapseis en hoewel een flink aantal rijscholen het lidmaatschap mede daarom opzegde, bleven wij ervan overtuigd dat dit een noodzakelijke stap was.
Vorige maand kwam het nieuws dat de nieuwe minister van Infrastructuur de noodzaak ervan ook inziet en aankondigde dat de VOG voor àlle rijinstructeurs moet gaan gelden. Dat is een wens die BOVAG meteen na het invoeren van de eigen VOG-plicht al uitte, omdat wij nu eenmaal geen politieagenten zijn en iemand zonder deze verklaring nu nog gewoon z’n gang kan gaan buiten het blikveld van een branchevereniging.
VOG komt eigenlijk veel te laat
Ik hoop dat iedereen in onze sector zich nu ook realiseert dat dit een logische ontwikkeling is, die eigenlijk zelfs veel te laat komt. Zwemleraren, docenten en voetbaltrainers werken net als wij óók op dagelijkse basis met minderjarigen en we vinden het de normaalste zaak van de wereld dat zij over een VOG beschikken. Sterker nog: als het onze eigen kinderen betreft, eisen wij het zelfs. Maar goed, beter laat dan nooit.
Wij kunnen het ons niet veroorloven om als vrije vogel te acteren en onze eigen regels te bepalen; we hebben een grote morele verantwoordelijkheid richting ouders die ons het vertrouwen geven om tientallen uren met hun zoon of dochter in de auto door te brengen. En om verantwoord om te gaan met de vaak grote bedragen die de ouders of de leerlingen zelf in veel gevallen vooruit betalen.
Het imago oppoetsen van ons prachtige vak
Alleen door met geloofwaardige voorstellen over de brug te komen en binnen onze vereniging ook daadwerkelijk door te voeren, kunnen we ook het vertrouwen van de politiek winnen. En daarmee hulp van hogerhand krijgen om het imago van ons prachtige vak op te poetsen. De steun van de minister voor invoering van de VOG is een mooie eerste stap in de goede richting en laten we hopen dat de rest van onze aanbevelingen binnenkort ook omarmd gaan worden.”
Lees ook:
