IBKI scherpt regeling aan rondom meerijden met WRM-examen 

Het meerijden van een opleider tijdens een WRM-praktijkrit is sinds 1 september vanwege de praktische uitvoerbaarheid alleen nog toegestaan bij het examen Fase 1b voor de categorie B en op verzoek van de kandidaat. Voorheen was meerijden voor de categorieën A, B, C, D, of E toegestaan. Dat meldt het IBKI op de eigen website. 

Om een soepel verloop van het examen te realiseren heeft het IBKI de volgende spelregels opgesteld:

  1. Op de examendag dient de kandidaat die wenst dat de opleider/begeleider meerijdt tijdens de praktijkrit, dit tijdens het melden kenbaar te maken aan de examensecretaris.
  2. De opleider/begeleider meldt zich op de meldtijd van de kandidaat persoonlijk bij de secretaris in het commissielokaal. De opleider moet een geldige WRM-bevoegdheidspas kunnen overleggen van de betreffende categorie.
    De secretaris gaat op het examenrooster na of het meerijden mogelijk is. Hij informeert de opleider/begeleider hierover en laat ook weten of er eventuele wijzigingen zijn.
  3. Tijdens de examenrit neemt de opleider zodanig achter in het examenvoertuig plaats dat de kandidaat en de beoordelaar voldoende zicht hebben.
  4. De opleider spreekt tijdens de praktijkrit niet inhoudelijk over het examen en de beoordeling met kandidaat en/of beoordelaar en gaat ook niet in discussie met de beoordelaar.
  5. Om de kandidaat niet te storen zijn mobiele telefoons tijdens het praktijkexamen uitgeschakeld.
  6. In het geval dat een gecommitteerde, een kwaliteitsbegeleider, een nieuw in te werken beoordelaar of een medewerker van het IBKI de praktijkrit bijwoont, kan de opleider/begeleider niet meerijden.
  7. De opleider/begeleider die de praktijkrit heeft bijgewoond, kan op verzoek van de kandidaat ook aanwezig zijn bij het verstrekken van de uitslag aan de kandidaat. Het moment van uitslag geven kan niet worden beïnvloed door het eventueel niet tijdig aanwezig (kunnen) zijn van een opleider/begeleider.
  8. Er kan slechts één opleider/begeleider tegelijk in het commissielokaal aanwezig zijn bij het bekendmaken van het resultaat van de kandidaat.
  9. De opleider/begeleider hoort de uitslag en informatie aan en onthoudt zich van opmerkingen en/of discussie met de examensecretaris, de beoordelaar en/of kandidaat in het commissielokaal.
  10. Ten behoeve van een snelle en soepele evaluatie zal de opleider/begeleider die bij een praktijkrit meerijdt, een enquêteformulier ontvangen dat direct na het examen ingevuld weer wordt teruggegeven aan de secretaris.

Opleiders/begeleiders die zich niet aan deze spelregels houden zullen worden uitgesloten van de mogelijkheid om de rijproeven en de daaruit voortvloeiende uitslag bij te wonen.

Auteur: Rieneke Kok

Rieneke Kok is journalist voor RijschoolPro

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

IBKI scherpt regeling aan rondom meerijden met WRM-examen | RijschoolPro

IBKI scherpt regeling aan rondom meerijden met WRM-examen 

Het meerijden van een opleider tijdens een WRM-praktijkrit is sinds 1 september vanwege de praktische uitvoerbaarheid alleen nog toegestaan bij het examen Fase 1b voor de categorie B en op verzoek van de kandidaat. Voorheen was meerijden voor de categorieën A, B, C, D, of E toegestaan. Dat meldt het IBKI op de eigen website. 

Om een soepel verloop van het examen te realiseren heeft het IBKI de volgende spelregels opgesteld:

  1. Op de examendag dient de kandidaat die wenst dat de opleider/begeleider meerijdt tijdens de praktijkrit, dit tijdens het melden kenbaar te maken aan de examensecretaris.
  2. De opleider/begeleider meldt zich op de meldtijd van de kandidaat persoonlijk bij de secretaris in het commissielokaal. De opleider moet een geldige WRM-bevoegdheidspas kunnen overleggen van de betreffende categorie.
    De secretaris gaat op het examenrooster na of het meerijden mogelijk is. Hij informeert de opleider/begeleider hierover en laat ook weten of er eventuele wijzigingen zijn.
  3. Tijdens de examenrit neemt de opleider zodanig achter in het examenvoertuig plaats dat de kandidaat en de beoordelaar voldoende zicht hebben.
  4. De opleider spreekt tijdens de praktijkrit niet inhoudelijk over het examen en de beoordeling met kandidaat en/of beoordelaar en gaat ook niet in discussie met de beoordelaar.
  5. Om de kandidaat niet te storen zijn mobiele telefoons tijdens het praktijkexamen uitgeschakeld.
  6. In het geval dat een gecommitteerde, een kwaliteitsbegeleider, een nieuw in te werken beoordelaar of een medewerker van het IBKI de praktijkrit bijwoont, kan de opleider/begeleider niet meerijden.
  7. De opleider/begeleider die de praktijkrit heeft bijgewoond, kan op verzoek van de kandidaat ook aanwezig zijn bij het verstrekken van de uitslag aan de kandidaat. Het moment van uitslag geven kan niet worden beïnvloed door het eventueel niet tijdig aanwezig (kunnen) zijn van een opleider/begeleider.
  8. Er kan slechts één opleider/begeleider tegelijk in het commissielokaal aanwezig zijn bij het bekendmaken van het resultaat van de kandidaat.
  9. De opleider/begeleider hoort de uitslag en informatie aan en onthoudt zich van opmerkingen en/of discussie met de examensecretaris, de beoordelaar en/of kandidaat in het commissielokaal.
  10. Ten behoeve van een snelle en soepele evaluatie zal de opleider/begeleider die bij een praktijkrit meerijdt, een enquêteformulier ontvangen dat direct na het examen ingevuld weer wordt teruggegeven aan de secretaris.

Opleiders/begeleiders die zich niet aan deze spelregels houden zullen worden uitgesloten van de mogelijkheid om de rijproeven en de daaruit voortvloeiende uitslag bij te wonen.

Auteur: Rieneke Kok

Rieneke Kok is journalist voor RijschoolPro

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.