Nederland verzet zich tegen voorstel Europese Commissie over Code 95

Nederland wil dat het mogelijk blijft om dezelfde lesonderwerpen te volgen voor Code 95 binnen de cyclus van vijf jaar. De Europese Commissie wil deze mogelijkheid schrappen. Daarnaast vraagt minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zich af hoe fraude kan worden voorkomen bij e-learning. Nederland reageerde hiermee op de plannen van de Europese Commissie om de opleiding en nascholing van chauffeurs aan te pakken.

De Europese Commissie presenteerde onlangs nieuwe richtlijnen voor de opleiding en nascholing (Code 95) van autobus- en vrachtautochauffeurs. De huidige regels zouden momenteel niet volledig zijn afgestemd op de behoefte van de bestuurders. In de nieuwe richtlijn wordt het onder meer verplicht dat er tijdens de nascholing aandacht wordt geschonken aan verkeersveiligheid en de actuele stand van de techniek van de voertuigen.

Het kabinet reageert over het algemeen tevreden met de voorgestelde wijzigingen. “Nederland juicht verplichte aandacht voor verkeersveiligheid tijdens de nascholing toe”, meldt minister Koenders. Wel moet deze verplichting nog verder worden uitgewerkt, bijvoorbeeld door een verplichte praktijktraining in te voeren met aandacht voor gevaarherkenning, is zijn voorstel.

Dezelfde module

Voor het behalen van de Code 95 moeten chauffeurs moeten elke vijf jaar cursussen volgen van in totaal 35 uur, waarvan 7 uur praktijkles. De Code 95 is verplicht voor alle beroepschauffeurs uit de EU en beroepschauffeurs die in de EU werken. De nieuwe richtlijn moet waarborgen dat de nascholing minstens één verkeersveiligheidsthema omvat en dat dezelfde onderwerpen niet binnen één cyclus van vijf jaar worden herhaald.

Met dat laatste is Koenders het niet eens. “Dit staat haaks op het doel om meer aan te sluiten bij de behoeften van chauffeurs. Daarnaast roept dit extra controle op.” In Nederland is momenteel wél mogelijk dezelfde modulen twee of meerdere keren te herhalen. Chauffeurs mogen zelf een keuze maken uit het aanbod van nascholingscursussen. Het idee hierachter is dat de cursussen zoveel mogelijk bij hun behoeften aansluiten. Wel is de praktijkdag een verplichting, waarbij aandacht wordt besteed aan verkeersveiligheid en brandstofverbruik.

E-learning beperkt mogelijk

Daarnaast wil Koenders meer duidelijkheid in hoeverre chauffeurs de digitale modules kunnen volgen. In Nederland kunnen chauffeurs zo goed als de hele opleiding via e-learning volgen. Slechts één praktijkdag is verplicht. De Europese Commissie spreekt echter over het ‘ten dele’ toestaan van e-learning. Ook wil de minister weten op welke manier gecontroleerd kan worden of de chauffeur de module ook daadwerkelijk zelf heeft gevolgd.

Verder is het mogelijk om een deel van de nascholing te combineren met nascholing die door andere Europese regelgeving wordt voorgeschreven zoals cursussen op het gebied van gevaarlijke stoffen en het vervoer van dieren. Nederland staat dit nu al toe. Wel maakt Nederland bezwaar tegen het beperken van de inzet van dergelijke cursussen tot zeven uur per nascholingscyclus.

Uitzonderingen

Ook vraagt Nederland zich af of de uitzondering die hier worden gemaakt, nog voldoen aan de richtlijnen. In een aantal gevallen hoeven chauffeurs niet aan de opleidingsverplichting te voldoen. Zo gaat Nederland er vanuit dat het rijden met lege bussen en trucks niet onder de richtlijn Vakbekwaamheid valt. “Dit vloeit voort uit het algemene uitgangspunt dat de richtlijn gericht is op het commercieel vervoer van goederen en personen. Aan de Europese Commissie wordt gevraagd dit te bevestigen.

Kwalificatiekaarten

In het geval de Code 95 niet op het rijbewijs kan worden aangebracht, moeten de lidstaten verplicht een kwalificatiekaart aan de bestuurders verstrekken die door alle lidstaten moet worden erkend. Dit komt bijvoorbeeld voor als de persoon geen rijbewijs heeft van het land waar de nascholing is gevolgd. In Nederland krijgen chauffeurs in deze gevallen geen kwalificatiekaart, maar een omwisselcertificaat van het CBR. De chauffeur kan dit vervolgens in eigen land laten omzetten in een kwalificatiekaart of een Code 95 op het rijbewijs.

De verplichting dat Nederland ook kwalificatiekaarten moet verstrekken, brengt hoge kosten met zich mee. “Dit voorstel biedt bovendien geen oplossing voor het probleem waarbij deelcertificaten van een in een lidstaat gevolgde opleiding niet hoeft te worden erkend door een andere lidstaat. Een door ieder lidstaat te erkennen fraudebestendig omwisseldocument voor (deel)certificaten volgens een bepaald EU-format zou hier wel een oplossing voor kunnen bieden.”

Lees ook: Europese Commissie: opleiding en nascholing chauffeurs op de schop

Wil je ook de gratis nieuwsbrief van VerkeersPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Auteur: Nadine Kieboom

Nadine Kieboom is de vaste journalist van RijschoolPro.nl

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Nederland verzet zich tegen voorstel Europese Commissie over Code 95 | RijschoolPro

Nederland verzet zich tegen voorstel Europese Commissie over Code 95

Nederland wil dat het mogelijk blijft om dezelfde lesonderwerpen te volgen voor Code 95 binnen de cyclus van vijf jaar. De Europese Commissie wil deze mogelijkheid schrappen. Daarnaast vraagt minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zich af hoe fraude kan worden voorkomen bij e-learning. Nederland reageerde hiermee op de plannen van de Europese Commissie om de opleiding en nascholing van chauffeurs aan te pakken.

De Europese Commissie presenteerde onlangs nieuwe richtlijnen voor de opleiding en nascholing (Code 95) van autobus- en vrachtautochauffeurs. De huidige regels zouden momenteel niet volledig zijn afgestemd op de behoefte van de bestuurders. In de nieuwe richtlijn wordt het onder meer verplicht dat er tijdens de nascholing aandacht wordt geschonken aan verkeersveiligheid en de actuele stand van de techniek van de voertuigen.

Het kabinet reageert over het algemeen tevreden met de voorgestelde wijzigingen. “Nederland juicht verplichte aandacht voor verkeersveiligheid tijdens de nascholing toe”, meldt minister Koenders. Wel moet deze verplichting nog verder worden uitgewerkt, bijvoorbeeld door een verplichte praktijktraining in te voeren met aandacht voor gevaarherkenning, is zijn voorstel.

Dezelfde module

Voor het behalen van de Code 95 moeten chauffeurs moeten elke vijf jaar cursussen volgen van in totaal 35 uur, waarvan 7 uur praktijkles. De Code 95 is verplicht voor alle beroepschauffeurs uit de EU en beroepschauffeurs die in de EU werken. De nieuwe richtlijn moet waarborgen dat de nascholing minstens één verkeersveiligheidsthema omvat en dat dezelfde onderwerpen niet binnen één cyclus van vijf jaar worden herhaald.

Met dat laatste is Koenders het niet eens. “Dit staat haaks op het doel om meer aan te sluiten bij de behoeften van chauffeurs. Daarnaast roept dit extra controle op.” In Nederland is momenteel wél mogelijk dezelfde modulen twee of meerdere keren te herhalen. Chauffeurs mogen zelf een keuze maken uit het aanbod van nascholingscursussen. Het idee hierachter is dat de cursussen zoveel mogelijk bij hun behoeften aansluiten. Wel is de praktijkdag een verplichting, waarbij aandacht wordt besteed aan verkeersveiligheid en brandstofverbruik.

E-learning beperkt mogelijk

Daarnaast wil Koenders meer duidelijkheid in hoeverre chauffeurs de digitale modules kunnen volgen. In Nederland kunnen chauffeurs zo goed als de hele opleiding via e-learning volgen. Slechts één praktijkdag is verplicht. De Europese Commissie spreekt echter over het ‘ten dele’ toestaan van e-learning. Ook wil de minister weten op welke manier gecontroleerd kan worden of de chauffeur de module ook daadwerkelijk zelf heeft gevolgd.

Verder is het mogelijk om een deel van de nascholing te combineren met nascholing die door andere Europese regelgeving wordt voorgeschreven zoals cursussen op het gebied van gevaarlijke stoffen en het vervoer van dieren. Nederland staat dit nu al toe. Wel maakt Nederland bezwaar tegen het beperken van de inzet van dergelijke cursussen tot zeven uur per nascholingscyclus.

Uitzonderingen

Ook vraagt Nederland zich af of de uitzondering die hier worden gemaakt, nog voldoen aan de richtlijnen. In een aantal gevallen hoeven chauffeurs niet aan de opleidingsverplichting te voldoen. Zo gaat Nederland er vanuit dat het rijden met lege bussen en trucks niet onder de richtlijn Vakbekwaamheid valt. “Dit vloeit voort uit het algemene uitgangspunt dat de richtlijn gericht is op het commercieel vervoer van goederen en personen. Aan de Europese Commissie wordt gevraagd dit te bevestigen.

Kwalificatiekaarten

In het geval de Code 95 niet op het rijbewijs kan worden aangebracht, moeten de lidstaten verplicht een kwalificatiekaart aan de bestuurders verstrekken die door alle lidstaten moet worden erkend. Dit komt bijvoorbeeld voor als de persoon geen rijbewijs heeft van het land waar de nascholing is gevolgd. In Nederland krijgen chauffeurs in deze gevallen geen kwalificatiekaart, maar een omwisselcertificaat van het CBR. De chauffeur kan dit vervolgens in eigen land laten omzetten in een kwalificatiekaart of een Code 95 op het rijbewijs.

De verplichting dat Nederland ook kwalificatiekaarten moet verstrekken, brengt hoge kosten met zich mee. “Dit voorstel biedt bovendien geen oplossing voor het probleem waarbij deelcertificaten van een in een lidstaat gevolgde opleiding niet hoeft te worden erkend door een andere lidstaat. Een door ieder lidstaat te erkennen fraudebestendig omwisseldocument voor (deel)certificaten volgens een bepaald EU-format zou hier wel een oplossing voor kunnen bieden.”

Lees ook: Europese Commissie: opleiding en nascholing chauffeurs op de schop

Wil je ook de gratis nieuwsbrief van VerkeersPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Auteur: Nadine Kieboom

Nadine Kieboom is de vaste journalist van RijschoolPro.nl

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.