Rijinstructeurs moeten niet wachten op besluiten in Den Haag, maar zo snel mogelijk met het bijscholingstraject beginnen. Het was de boodschap van Arnold Beumer tijdens de Lesauto Testdag 2013. “Reken er maar op dat de WRM op z’n vroegst in 2015 gaat wijzigen”, liet de voorzitter van de LBVI in zijn workshop ‘Status van de WRM Bijscholing’ weten. 

Aanpassingen zullen na besluit tot invoeren volgens Beumer minimaal 2 tot 3 jaar op zich laten wachten. Dit door het wetgevingstraject dat aan wijzigingen vooraf gaat. “En iedereen die nu nog niet geweest is, moet toch sowieso voor 2016 nog een keer.” Beumer zei te vrezen dat velen te lang blijven afwachten en uiteindelijk te laat zijn voor hun verplichte bijscholing.

Praktijk

“De politiek is helaas erg traag. Het rapport dat de minister nu heeft, had in mei al bij de Tweede Kamer moeten liggen”, betoogde de LBVI-voorzitter. “Mensen die nog praktijkbegeleiding moeten doorlopen, moeten er rekening meer houden dat de doorlooptijd in principe 6 tot 8 weken is. En die periode moet je twee keer rekenen als je tot nu toe nog niks hebt gedaan.”

Beumer zei zich ‘bijna dood’ te schrikken als hij bekeek wat voor verzoeken het LBVI eind september nog ontving. “Mensen die voor 15 november hun bijscholing moeten doen: nog drie keer theorie en twee keer praktijk dus. Ik kan jullie vertellen dat er meer mensen zijn die hun bevoegdheid kwijtraken omdat ze te laat zijn met hun bijscholing, dan omdat ze zakken voor het examen.” Ten tijde van de workshop was het WRM-evaluatie nog niet openbaar gemaakt.

Begeleiding

Inmiddels is gebleken dat veel aanbevelingen van de LBVI door de minister zijn overgenomen. Beumer heeft namens de belangenvereniging gepleit voor één maal praktijkbegeleiding per cyclus. Op dit moment is dat nog twee keer. “We zien nu dat iemand praktijkbegeleiding doet en twee weken later meteen nog een keer. Diegene kan dus gewoon het spelletje herhalen: dat heeft geen enkele zin” Bij een onvoldoende wordt vervolgens overgegaan op 3 tot 5 herkansingen, weet Beumer te vertellen. “Maar je certificaat moet dan wel geldig blijven tot de datum van verloop. Dat is ook het meest eerlijk.”

De bijscholing bleek in sommige vallen toch nog onduidelijkheid te geven. De beoordelingen van de twee verschillende examinatoren op de twee begeleidingsmomenten bijvoorbeeld. In de praktijk ligt het nogal eens uit elkaar. Beumer: “U moet het zo zien: als u vandaag een les geeft en dezelfde nog eens over twee weken, dan zou de eerste wel eens veel beter dan de tweede kunnen zijn. De eerste keer geeft u keurig uitleg en behandelt u netjes de deelstapjes met de foutgedragingen. De tweede keer geeft u wel goede uitleg, maar de foutgedragingen zijn niet helemaal goed. Ja, dan scoort u gewoon minder.”

Score

Daarnaast gaf hij toe dat het ‘altijd mensenwerk blijft’. “De ene examinator zal met een andere bril kijken dan de andere. Snap je nu dat wij als organisatie zeggen: haal die tweede keer praktijk weg. Eigenlijk is de eerste keer nu een tussentijdse toets. En ik heb het als opleider eigenlijk nooit meegemaakt dat iemand die het de eerste keer haalt, de tweede keer onvoldoende beoordeeld wordt. Minder scoren, oké. Maar zakken: nee.”

De workshop was voor het LBVI een goed moment om ideeën voor nieuwe bijscholingscursussen op te doen. Zo werd de rijprocedure voor specifiek vrachtauto- en businstructeurs genoemd, bleken aanwezigen enthousiast over een cursus omgaan met faalangstige leerlingen en werd het inspelen op het karakterprofiel van leerlingen als mogelijk onderwerp opgeworpen. “Dat is mooi. Wij willen jullie ideeën horen, omdat we wel van alles kunnen indienen bij de IBKI, maar er moet natuurlijk wel vraag naar zijn”, benadrukte Beumer.

Opleidingseis

Op het moment van de workshop was nog sprake van een mogelijke verhoging van de opleidingseis voor rijinstructeurs. Die maatregel zag het publiek wel zitten. Er bleek voornamelijk angst te zijn voor een toename van het aantal nieuwe toetreders. “Ik denk dat van de huidige instructeurs nog geen 20 procent aan die eis zou voldoen”, stelde Beumer. “Daarbij ligt het aantal cursisten voor rijinstructeur op dit moment heel laag en vallen jaarlijks 800 tot 1100 instructeurs af door leeftijd, een andere baan enzovoorts. Mijn voorspelling is dat het voor rijscholen over een jaar of 2 tot 2,5 weer lastig is om aan personeel te komen.”

Daarmee bereikte hij meteen zijn volgende punt: verenigen van de krachten. “Ik hoop dat jullie dan verstandig worden. Als het weer tot een tekort aan rijinstructeurs komt, pas dan alsjeblieft jullie prijzen eens goed naar boven aan. Ga samenwerken en zet jullie angst voor elkaar opzij. Doe het met z’n allen, want tijdens die schaarste is het het enige momenten dat het kan.”

Kapot

Hij hamerde er herhaaldelijk op dat de branche zelf dingen zal moeten organiseren. In de zaal ging vervolgens een vinger omhoog: een bevoegd instructeur die met zijn economische achtergrond administratieve lessen aanbood. “Maar onderneem dan ook echt op zulke momenten”, besloot de voorzitter zijn betoog. Het publiek viel hem bij: “Rijscholen die op Marktplaats voor 13 euro per uur adverteren, maken de branche kapot.”

Roosmarijn Dierick

Lees ook:

Minister gaat regels en sancties WRM-praktijkbijscholing versoepelen