Enquête rijschoolbranche: schaf praktijkbegeleiding in deze vorm af

De rijschoolbranche staat open voor praktische bijscholing, maar vindt wel dat er een andere invulling aan moet worden gegeven. Van de Nederlandse rijinstucteurs is 56 procent van mening dat praktijkbegeleiding in huidige vorm moet worden afgeschaft. Volgens deze rijinstructeurs staat deze praktische bijscholing ver van de realiteit. Wel staan ze open voor ‘echte’ begeleiding. Dat blijkt uit een enquête van vakblad VerkeersPro.

De enquête is verstuurd naar de ruim 10.000 nieuwsbrief-abonnees van VerkeersPro. 2.466 professionals uit de branche namen deel aan het onderzoek. Met de enquête peilt de redactie wat volgens de branche veranderd moet worden aan de huidige Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM). Brancheverenigingen, het CBR, IBKI en het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn in overleg over wijzigingen in de WRM.

Meerdere onderwerpen uit deze wet komen aan bod in deze enquête, zoals opleiding, kwaliteit van examinatoren, bijscholing en de sanctie voor rijinstructeurs. Maar ook actuele thema’s zoals de lange wachttijden bij het CBR en het gebruik van ADAS (rijondersteuning zoals cruise control) tijdens rijlessen. De komende weken publiceert VerkeersPro per thema over de uitkomsten van het onderzoek. Vervolgens krijgen de brancheverenigingen, CBR en IBKI de mogelijkheid te reageren op de uitkomsten.

Praktijkbegeleiding van 2 naar 1

Een van de punten van discussie is de zogeheten praktijkbegeleiding. Rijinstructeurs moeten elke vijf jaar twee keer deze praktische bijscholing afleggen. Een examinator van IBKI kijkt mee tijdens een rijles en beoordeelt de manier van lesgeven. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de praktijkbegeleiding in feite een examen. Wordt de bijscholing niet met voldoende punten afgelegd, dan moet een rijinstructeur namelijk zijn bevoegdheid inleveren.

Over praktijkbegeleiding wordt vaak gezegd dat het om een toneelstukje gaat, dat succesvol kan worden afgelegd ‘zolang de instructeur zich maar aan het protocol houdt’. Een meerderheid (55,6 procent) van de respondenten ziet de praktijkbegeleiding in huidige vorm dan ook het liefste verdwijnen. Van ruim eenderde (32,46 procent) mag de praktijkbegeleiding blijven bestaan, maar moet het aantal af te leggen examens worden teruggeschroefd van twee naar één per vijf jaar. Deze maatregel is overigens al besproken door het ministerie en de brancheverenigingen en moet zo snel mogelijk worden doorgevoerd.

Wat vindt u van de hoeveelheid IBKI-praktijkbegeleidingen (2 per 5 jaar)?

Slechts 9,2 procent van de ondervraagden vindt de praktijkbegeleiding goed zoals die nu in huidige vorm wordt uitgevoerd. Een kleine groep (2,7 procent) wil juist méér praktische bijscholing.

Overigens zijn er weinig verschillen in de uitkomsten tussen rijinstructeurs die al praktijkbegeleiding hebben afgelegd en de groep die nog geen ervaring heeft met de praktische bijscholing van IBKI.

Andere invulling praktijkbegeleiding

De respondenten hadden bij elke vraag de mogelijkheid om een toelichting te geven op het antwoord dat ze hebben gegeven. Honderden rijinstructeurs maakten daar gebruik van. Velen beschreven daarbij hun ideeën over hoe de praktische bijscholing beter geregeld kan worden. Een greep uit de reacties:

  • “Iemand die slecht is in het lesgeven maar het toneelstukje goed uitvoert, mag toch les blijven geven. De examinator die dat constateert heeft geen mogelijkheid om de kandidaat af te wijzen. Ondanks het feit dat hij ziet dat het geen goede instructeur is. Met andere woorden: het levert geen bijdrage aan de verkeersveiligheid.”
  • “Schrappen of gewoon een rijles in plaats van een toneelstuk zoals nu. Dit staat heel ver van de echte praktijk af en is volkomen zinloos. Laat zo’n begeleider meerijden met een normale rijles. dan ga je verschillen zien.”
  • “Praktijkbegeleiding is juist fijn. Door het op een andere wijze in te kleden, zal het niveau alleen maar omhoog gaan.”
  • “De vraag is of dit de manier is om instructeurs die niet deugen aan te pakken. Ik geloof eerder in een autoriteit die op grond van prestaties, klachten, VOG, boetes, etcetera een instructeur kan schorsen of iets dergelijks.”
  • “Ik ben er voorstander van om slagingspercentages te laten meetellen alvorens een praktijkbegeleiding verplicht gesteld wordt. Een goede instructeur kan op geheel eigen werkwijze een goed resultaat bereiken. Een instructeur die weet wat hij moet laten zijn bij het IBKI kan slagen terwijl hij er in de praktijk niks van bakt. Zo zou er na 2 jaar al een eerste praktijkbegeleiding kunnen komen, waarin het resultaat niet direct meetelt maar wel bepalend kan zijn of er binnen 12 maanden een nieuwe praktische begeleiding kan komen. Daarnaast vind ik dat hier de rol van opleiders beter is weggelegd en dat het IBKI pas op een ander moment om de hoek moet komen kijken.”

Feedback bij praktijkbegeleiding

Daarnaast konden de respondenten aangeven of ze feedback hebben gekregen na afloop van de praktijkbegeleiding en in hoeverre de feedback nuttig was. Bijna de helft van de rijinstructeurs geeft aan wel feedback te hebben gehad, maar dit niet als nuttig te hebben ervaren. Een iets kleinere groep (39 procent) kreeg feedback die volgens de rijinstructeurs wél bruikbaar was. In deze percentages is er overigens geen verschil te zien wanneer het gaat om jongere of oudere rijinstructeurs.

Na de praktijkbegeleiding dient u feedback te krijgen van de IBKI-examinator. Welke situatie is voor u van toepassing?

Bij de toelichting geven veel rijinstructeurs aan dat het per IBKI-examinator afhangt in hoeverre de feedback nuttig was:

  • “De feedback die ik kreeg bij mijn eerste examen werd tegengesproken door de tweede examinator.”
  • “Bij de eerste praktijkbegeleiding vond ik de feedback wat aan de vergezochte kant. Schooljuffrouw met het vingertje. De tweede praktijkbegeleiding was zowel bij de intake als bij de feedback leerzaam.”
  • “Ik kon de feedback gebruiken om het ’toneelstuk’ aan te passen zodat de tweede begeleiding voldoende was en mijn bevoegdheid met 5 jaar verlengd is. Mijn competenties zijn er niet door op een hoger niveau gebracht. Ik ben er geen betere instructeur door geworden.”
  • “Het was nuttig alleen vind ik het belangrijker dat ik kan laten zien hoe ik normaal les geef in plaats van via een vast protocol, je krijgt dan een veel realistischer beeld van wat iemand kan.”

Op de vraag of praktijkbegeleiding bijdraagt aan de kwaliteit van rijlessen in Nederland, is het antwoord duidelijk: een ruime meerderheid vindt dat de praktische bijscholing geen toegevoegde waarde heeft. Ook hier is vrijwel geen verschil te zien per leeftijdscategorie. Ook is er geen verandering in de uitkomst wanneer er wordt gekeken naar het aantal jaren dat een rijinstructeur zijn vak uitoefent.

Draagt praktijkbegeleiding volgens u bij aan de kwaliteit van rijlessen in Nederland?

Sanctie

Uiteraard werden de lezers van VerkeersPro ook gevraagd wat er moet gebeuren met de sanctie die staat op het niet succesvol afleggen van de praktijkbegeleiding. Een meerderheid is voor het afschaffen van de sanctie (58,2 procent), terwijl een kwart de sanctie wil behouden, maar dan alleen als deze versoepeld wordt.

Wat moet er gebeuren met de sanctie na het zakken voor de praktijkbegeleiding?

In hun toelichting geven veel rijinstructeurs aan dat de praktijkbegeleiding alleen geen juist beeld geeft van het functioneren van de rijinstructeurs. Daarom zouden meer factoren moeten worden meegenomen in het besluit een rijinstructeur zijn lesbevoegdheid af te nemen, zoals het slagingspercentage. Enkele reacties:

  • “Wel een sanctie, maar neem alle andere zaken hier ook in mee: slagingspercentage, aantal leerlingen, klantentevredenheid, enzovoort.”
  • “Als een instructeur een goed percentage en een goed draaiende rijschool heeft, en net toevallig een slechte dag heeft tijdens zijn praktijkbegeleiding vind ik de eerste twee belangrijker dan het niet goed opvoeren van een ’toneelstukje’. Men mag wat meer naar het totaalplaatje gaan kijken. Als een instructeur een slagingspercentage heeft van 20 procent en geen klanten kan krijgen, dan mag je je eens achter de horen krabben hoe dit kan en kijken hoe we deze instructeur kunnen helpen om de lessen naar een hoger niveau te tillen. Persoonlijk vind ik dat men bij de opleiding al meer moet gaan filteren en kritischer mag zijn.”
  • “Ik ben voorstander voor een praktijkbegeleiding met tips, vergelijkbaar met de theorie-bijeenkomsten. Alleen aanwezigheidsplicht. Zo zou ook de praktijkbegeleiding kunnen gaan.”
  • “Sanctie niet versoepelen. Als je dit niet kunt halen heb je het gewoon niet in je om een goede rijinstructeur te zijn.”

Theoretische bijscholing

Over de theoretische bijscholing zijn de rijinstructeurs positiever. Ongeveer eenderde (30 procent) vindt dat de theoretische bijscholing de kwaliteit van zijn rijlessen heeft verhoogd. Een iets grotere groep geeft aan dat het ‘een beetje’ heeft bijgedragen aan de kwaliteit van zijn rijlessen.

Heeft de door u gevolgde theoretische bijscholing de kwaliteit van uw lessen verhoogd?

De uitkomst verschilt wanneer er wordt gekeken naar het aantal jaar dat een rijinstructeur zijn vak uitoefent. In de categorie 3 tot 5 jaar geeft slechts 11,9 procent aan de theoretische bijscholing niet nuttig te vinden. Bij de categorie rijinstructeurs die 11 jaar of langer in dienst is, verschuift dit percentage naar 35 procent:

Enkele toelichtingen van de respondenten:

  • “Ik vind dat de theorie veel te ver van de praktijk staat.”
  • Wat je aan zo’n dag hebt, verschilt nogal per cursus en welke opleider de bijscholing verzorgt.”
  • “Het meeste wat er werd verteld, was al bekend. Als je zelf veel interesse hebt in de ontwikkelingen in didactiek en wetgeving is het meer een verplichting die weinig bijdraagt.”
  • “Zeker weten! Ik heb gekozen voor bijscholing in de gebieden waar ik meer van wilde weten (bijvoorbeeld faalangst) en ik heb daar zeker wat aan gehad. Ik kan mijn leerlingen nu nog beter begeleiden.”
  • “Ja, theoretische bijscholing is goed, contact met collega’s is ook een bijdrage aan kwaliteit, je houdt elkaar scherp.”
  • “Jazeker, je blijft altijd aan het leren. Wel mag er meer variatie komen!”

Binnen de branche wordt het idee geopperd om de theoretische bijscholing af te sluiten met een toets. Momenteel geldt voor rijinstructeurs alleen een aanwezigheidsplicht. Voor een dergelijke toets lijkt echter weinig draagvlak te zijn binnen de sector. Een grote meerderheid (70,8 procent) is niet positief over dit voorstel.

Moet de theoretische bijscholing worden afgesloten met een toets?

Ondanks het feit dat het grootste deel van de respondenten geen voorstander is van een toets na de theoretische bijscholing, vinden veel rijinstructeurs vinden dat de bijscholing zoveel mogelijk op de praktijk gericht moet zijn. Ook vinden ze het belangrijk dat hun collega’s tijdens een bijscholing gemotiveerd aanwezig zijn:

  • “Deze vind ik lastig. Voor mijzelf hoeft dit niet omdat ik bijscholing kies die mij als persoon doet groeien, dus ik ben ook serieus aanwezig. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat een toets van sommigen een meer actieve houding vraagt.”
  • “Een toets is een extra motivatie om interesse te tonen in plaats van de bijscholing te zien als een verplichting.”
  • “Alleen een toets, als de verplichte praktijkbegeleiding verdwijnt.”
  • “Een goede trainer heeft de vaardigheid om er voor te zorgen dat zijn leerlingen de stof tot zich nemen en dat ze daarna het geleerde in de praktijk toepassen. Daar hoeft geen examen aan vast te hangen.”
  • “Als het een nuttige toets is, die betrekking heeft op het werk, dan mag dit getoetst worden.”

Tweede Kamer

Minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu liet onlangs weten dat ‘dit jaar nog’ een nota van wijzigingen wordt verstuurd naar de Tweede Kamer. Deze nota betreft de veranderingen voor de korte termijn, waaronder het terugschroeven van het aantal praktijkbegeleidingen van twee naar één in vijf jaar. Andere maatregelen zijn het toevoegen van een pasfoto op de WRM-bevoegdheid en het verplichten van een Verklaring Omtrent Gedrag.

Bij de lange termijn-maatregelen gaat het bijvoorbeeld om nieuwe eisen in de opleiding van rijinstructeurs, de controle en begeleiding op het functioneren van rijinstructeurs. Dit kan zeker twee tot drie jaar duren voordat de WRM hierop wordt aangepast.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen.

Wilt u onbeperkt lezen? Sluit nu een actie abonnement af en krijg onbeperkt toegang tot vakinformatie over de rijschoolbranche.

Voor slechts € 6,50 per maand heeft u toegang tot alle artikelen.

start abonnement

 
 

Auteur: Nadine Kieboom

Nadine Kieboom is de vaste journalist van RijschoolPro.nl

2 reacties op “Enquête rijschoolbranche: schaf praktijkbegeleiding in deze vorm af”

Gerrit Grevengoed|13.07.17|20:56

Prima enquête geweest dank daarvoor … hopelijk doet de politiek er iets mee.
dat de brancheorganisaties en het IBKI er iets mee zullen doen denk ik niet
die hebben duidelijk andere belangen.

Rijschool van Ark|08.02.19|12:36

Net weer 2x gedaan. Zonder opfris cursus met een echte leerling en geen straatje keren. 101punten. Kat in het bakkie. Mag weer tot 2024. Straks nog maar 1x, dat scheelt weer doekoe!

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Enquête rijschoolbranche: schaf praktijkbegeleiding in deze vorm af | RijschoolPro