Beschonken automobilisten kunnen niet langer een alcoholslotprogramma opgelegd krijgen door het CBR, zo besloot de Raad van State in maart. Iedereen die voor dit besluit al zo’n alcoholslot toegewezen heeft gekregen, mag het echter niet uit de auto laten verwijderen. Dat heeft de rechtbank in Den Haag besloten naar aanleiding van een kort geding dat was aangespannen tegen het CBR en de Nederlandse Staat.

De Raad van State verbood het CBR eerder dit jaar door te gaan met de toewijzing van het alcoholslotprogramma (ASP) aan beschonken rijders. Die zouden leiden tot ‘ongelijkheid en willekeur’ omdat de gevolgen voor de een veel ernstiger zijn dan voor de ander. Advocatenkantoor Damsté spande vervolgens namens honderd betrokkenen bij wie het slot al was ingebouwd een kort geding aan om deze te laten verwijderen, maar dat is door de rechtbank afgewezen. Damsté gaat in hoger beroep tegen de uitspraak.

Begrip van rechtbank

De rechter in Den Haag acht de gevoelens van de betrokkenen begrijpelijk, maar concludeerde dat het niet mogelijk is om de maatregel met terugwerkende kracht te wijzigen. Dan zou voorbij worden gegaan aan formele rechtskracht. Besluiten zouden dan namelijk moeten worden herzien, terwijl deze onherroepelijk zijn. Dat brengt volgens de rechter met zich mee dat de handhaving van het programma rechtmatig is.

De rechter gaf verder aan dat de uitspraak van de Raad van State eerder dit jaar zich al had gebogen over de ‘oude gevallen’, en dat een kort geding niet is bedoeld om hier tegen in beroep te gaan. Toen was al aangegeven dat voor heroverweging van eerder toegewezen ASP’s geen mogelijkheid was.

Hoger beroep